Welvaart en groei H1 paragraaf 1

Leerdoelen § 1: Productie, toegevoegde waarde en inkomen
  1. Je kunt uitleggen dat de productie wordt gemeten met het begrip toegevoegde waarde.
  2. Je kunt de bruto toegevoegde waarde koppelen aan de primaire inkomens.
  3. Je kunt uitleggen dat de productie in een land (het bbp) gemeten kan worden door alle productie bij elkaar op te tellen of alle inkomens bij elkaar op te tellen.
  4. Je kunt het verschil tussen primair en secundair inkomen uitleggen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen § 1: Productie, toegevoegde waarde en inkomen
  1. Je kunt uitleggen dat de productie wordt gemeten met het begrip toegevoegde waarde.
  2. Je kunt de bruto toegevoegde waarde koppelen aan de primaire inkomens.
  3. Je kunt uitleggen dat de productie in een land (het bbp) gemeten kan worden door alle productie bij elkaar op te tellen of alle inkomens bij elkaar op te tellen.
  4. Je kunt het verschil tussen primair en secundair inkomen uitleggen.

Slide 1 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Elk product en elke dienst die is geproduceerd heeft een waarde.

De waarde van zo’n goed is stap voor stap toegevoegd 
tijdens het productieproces.

Toegevoegde waarde: 
De waarde van de productie, oftewel: het verschil tussen de waarde van de opbrengst en de waarde van de ingekochte goederen en diensten.

Slide 2 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Een voorbeeld van hoe waarde wordt toegevoegd tijdens een productieproces ziet er als volgt uit:


Slide 3 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
De toegevoegde waarde kun je ook uitrekenen:




De leverancier voegt dit toe aan jouw productieproces. Ingekochte waarde is niet zelf toegevoegde waarde en telt dus niet mee.

Slide 4 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Om waarde te kunnen toevoegen, zet je productiefactoren in:
Natuur
Arbeid
Kapitaal
Ondernemerschap

Voor het beschikbaar stellen van deze
productiefactoren wordt je beloond:




Slide 5 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Schematisch ziet dat er zo uit:








Beloning aan de bezitters van productiefactoren: de gezinnen. Dit vormt het primaire inkomen.

Primair inkomen:
Inkomen dat wordt ontvangen in de vorm van loon, pacht, rente en winst als beloning van de productiefactoren.

Slide 6 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Tel je de toegevoegde waarde van alle bedrijven + overheid bij 
elkaar op dan heb je het bruto binnenlands product (bbp).

bbp:
Totale jaarlijkse productie van bedrijven en overheid in een land. 

Slide 7 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Tel je de toegevoegde waarde van alle bedrijven + overheid bij 
elkaar op dan heb je het bruto binnenlands product (bbp).

bbp:
Totale jaarlijkse productie van bedrijven en overheid in een land. 

Toegevoegde waarde bij de overheid = alle lonen die de overheid betaalt

Slide 8 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Bekijk deze nog eens:


Slide 9 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
bbi:
Het totaal van alle primaire inkomens in een land.


Slide 10 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.1     Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Primaire inkomens kunnen per persoon erg verschillen.
Om deze verschillen te verkleinen, grijpt de overheid in via 
directe belastingen en uitkeringen.

Overdrachtsinkomen:
Inkomen zonder tegenprestatie van de ontvanger van het inkomen (zoals uitkeringen en toeslagen).


Secundair inkomen:
Besteedbaar inkomen.


Slide 11 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak opgave 1 t/m 4 op pagina 15 en 16.

Slide 12 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.