Observeren en stappenplan signaleren

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Observeren, waarnemen en signaleren

Observeren en stappenplan signaleren 

Lesdoelen

• De student kan benoemen wat de begrippen signaleren, observeren en waarnemen inhouden.

• De student kan uitleggen wat het verschil is tussen subjectief en objectief is

• De student kan passende acties uitvoeren, die kunnen volgen op een signalering

• De student kan een situatie observeren en waarnemen.

Opdracht

Het filmpje wordt afgespeeld. Zie jij hoe vaak de mensen met het witte t-shirt de bal overgooien?

Wat is observeren?

Observeren

Observeren betekent: het bewust, doelgericht en systematisch waarnemen van gedrag met behulp van alle zintuigen. 

Waarom observeren?

Observeren doe je om verschillende redenen

• Om je handelen goed aan te kunnen sluiten bij de situatie of de persoon
• Om een situatie of een persoon beter te begrijpen
• Om een goed beeld te krijgen van een situatie of een persoon op basis van feiten
• Om een vraag te beantwoorden.

Observeren doe je zo:

• Kijken
• luisteren 
• voelen 
• ruiken 
• praten

Subjectief en objectief

Interpreteren: Je bedenkt wat het gedrag betekent.

Het interpreteren van een observatie kan op twee manieren:

Subjectief: met een oordeel. De feiten met daarbij je mening en/ of gevoel. 

Objectief: zonder oordeel, alleen de feiten

Horn effect

Halo effect

Halo & Horn

Het halo-effect is het fenomeen waarbij de positieve eigenschappen van een persoon de observatie beïnvloed. 

Het horn-effect is het fenomeen waarbij de negatieve eigenschappen van een persoon de observatie beïnvloed. 

Hoe kijk je, wat zie je?

Wat zie je hier?

Wat is waarnemen?

Waarnemen

Informatie verwerken we via onze zintuigen.

Bewust of onbewust neem je van alles waar. 

In je werk is het belangrijk dat je je bewust bent van hoe je waarneemt. 

Wat is signaleren?

Signaleren

Signaleren wil zeggen dat je gealarmeerd wordt door een waarschuwingsteken. 

In je werk let je bewust op signalen. Dat begint met bewust waarnemen tijdens je werk. 

Opdracht

Het filmpje wordt afgespeeld. Er wordt een moord gepleegd,

wie heeft het gedaan? 

00:55

Wat heb je gezien tijdens dit filmpje?

Stappenplan 

Stap 1: Signaal opvangen

Stap 2: Beginsituatie vaststellen > Gesprek 7 leefgebieden, ontwikkelingspsychologie, observeren, dossier, vragen.

Stap 3: Behoefte, belang, kansen, risico en netwerk van cliënt

Stap 4: Analyseren

Stap 5: Beslissen

Stap 6: Plan van aanpak

Stap 7: Uitvoeren

Stap 8: Evalueren 

Opdracht Waarnemen

Ik laat zo een aantal vragen zien in de volgende slide.
Beantwoord de vragen eerst individueel.
Bespreek daarna met een medestudenten, noteer 3 conclusiepunten over waarnemen

1. Wat is het eerste dat je vandaag hebt gedaan toen je wakker werd?

2. Wat voor kleren had je huisgenoot/ moeder, vader, broer of zus vanmorgen aan?

3. Welke kleur heeft de handdoek waar jij je vanmorgen mee hebt afgedroogd?

4. Niet kijken! Welke kleur hebben jouw sokken?

5. Wat is de eerste zin die je vanmorgen gehoord hebt?

6. Wat is het laatste liedje dat je gisteren hebt gehoord?
7. Welke kleur had de eerste auto die je vanmorgen zag?

8. Welke kleur heeft de voordeur van de school?

9. Wie was de eerste persoon die je vanmorgen op je opleiding zag?

10. Wat voor schoenen had die persoon aan?

11. Teken uit je hoofd het logo van de NS.

Feiten of meningen?

1. Marianne is meestal lief maar niet altijd.

2. Jordan kan al tellen van 1 tot 10

3. Eigenlijk zou Wiesje nou toch al zindelijk moeten zijn.

4. De klant is koning.

5. Als nieuwe naam is Peuter Plus gekozen.

6. Mijn collega Marianna is erg onzelfstandig en ze stelt voortdurend vragen.

Objectief observeren is makkelijk, dat kan iedereen.

Quizzz

Weet je alle antwoorden??

Via je zintuigen neem je informatie op uit de omgeving

1. Observeren
2. Signaleren
3. Waarnemen

Objectief of subjectief:
Het is koud buiten

1. Objectief
2. Subjectief

Signaleren is een vervolg op waarnemen

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het doel van observeren?

1. Informatie over het gedrag en de situatie van de zorgvrager verzamelen.
2. Bedenken wat het gedrag betekent

Objectief of subjectief:
Hij is verdrietig

1. Objectief
2. Subjectief

'Vooroordelen' kan een valkuil zijn bij het observeren

1. Waar
2. Niet waar

BOOM: methodisch begeleiden

Lezen hoofdstuk 3.1 en 3.2

Maken: opdracht 4: subjectief

Opdrachten Boom studiewijzer week 1 t/m 4 af!

Sbis-onderwijscatalogus-LE03-methodisch werken