V2A: Unité 2 d-toets

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bonjour!

• Prends ton livre.
  
  
• Prends ton ordinateur quand tu veux apprendre le vocabulaire sur WRTS. 

Programme

• Objectif: Tu as pratiqué pour le test de jeudi.
  
  
• Pouvoir
• Bezittelijk voornaamwoord
• Kloktijden

Oefentoets

• Ik deel oefentoetsen uit, die je gaat maken.
  
  
• Ondertussen herhaal ik kort de grammatica. Wil je daarbij aanschuiven, kom dan naar voren als het onderwerp waar je meer van wil weten omgeroepen wordt. 
  
  
• Je bent stil aan het werk als je niet bij de uitleg zit!

Pouvoir

• Welke vormen van pouvoir in de présent ken je (nog)? 
  
  
• Hoe ziet de passé composé van pouvoir eruit?

Pouvoir

• De je, tu, il/elle en ils/elles vorm beginnen met peu-
  
  
• De nous- en vous- vorm beginnen met pouv- 
  
  
• De je en tu vorm zijn hetzelfde
  
  
• De passé composé is met hulpwerkwoord avoir

Le pronom possessif

Bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord

• Welke bezittelijk voornaamwoorden ken je?
  
  
• Hoe bepaal je welk bezittelijk voornaamwoord je moet gebruiken? 

Let op:

• Bij vrouwelijke woorden in het enkelvoud die een klinker of stomme h hebben, veranderen ma, ta, sa in mon, ton, son : mon école, son amie
  
  
• In het meervoud is er geen apart woord voor mannelijke of vrouwelijke woorden : notre père, notre mère.

Les heures (kloktijden)

Kloktijden

• Welke kloktijden ken je?
  
  
• Hoe zeg je '12 uur 's middags', hoe zeg je '12 uur 's nachts'?
  
  
• Op welk moment zeg je in plaats van 'het is X over 5', 'het is X voor 6'? Waar ligt het omslagpunt? 

Let op:

• Als je een heel uur hebt, verandert heure in heures: il est 3 heures.
• 12 uur 's middags = midi / 12 uur 's nachts = minuit
  
  
• Het is kwart over 1 = il est 1 heure et quart
• Het is half 2 = il est deux heures et demi
• Het is kwart voor 2 = il est deux heures moins le quart
  
  
• Na het half uur gebruik je "moins", bijvoorbeeld "il est trois heures moins cinq".

Wat moet je hiermee kunnen op de toets?

• Pouvoir vervoegen.
  
  
• Het juiste bezittelijk voornaamwoord kiezen en invullen.
  
  
• Aflezen in een klok hoe laat het is, en dit aangeven in het Frans.

Au travail !

Quoi? Faire le test	Avec qui? Individuellement.	Besoin d'aide? - Gebruik je boek.
Temps?	Pourquoi? Om te oefenen voor het proefwerk.	Fini? - Ga leren uit je boek of via bijv. WRTS.

Programme

• Objectif: Tu as pratiqué pour le test de jeudi.
  
  
• Pouvoir - ✔
• Bezittelijk voornaamwoord - ✔
• Kloktijden - ✔

Le prochain cours...

...Proefwerk hoofdstuk 2.

• Leren: Apprendre 1 t/m 10, blz. 75-78

Succes met leren!