Paragraaf 10, Stijl

Formulering en stijl
Kern
Communicatie, paragraaf 10
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Formulering en stijl
Kern
Communicatie, paragraaf 10

Slide 1 - Diapositive

Les 10 Stijl (HB blz. 72/73)
Doel van de les:
Je oefent met het variëren in schrijfstijl en het aanpassen van je schrijfstijl aan het tekstdoel.

Slide 2 - Diapositive

Wat heeft het spreekwoord 'C'est le ton qui fait la musique' te maken met stijl?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is stijl?
Stijl is de keuze uit mogelijke formuleringen om een gedachte vorm te geven.
 

Kunt u niet komen, meldt u zich dan bij mij af?
Kunt u niet komen, dan meldt u zich bij mij af.


Vorm en inhoud zijn met elkaar verbonden! 

Slide 4 - Diapositive

Wat is stijl?

Kleine aanpassingen in formuleringen kunnen dus al een graag verschil maken en de 'toon' van een formulering bepalen, zoals in het voordeeld op de vorige dia. 

Slide 5 - Diapositive

Wat is stijl?
Je kunt je stijl op verschillende niveaus aanpassen:

  • Woordniveau > bijvoorbeeld ouderwetse of juist nieuwe woorden, formele of informele woorden, eenvoudige of moeilijke woorden
  • Zinsniveau > lange of korte zinnen, zinsvolgorde, passieve of actieve zinnen, gebruik van beeldspraak
  • Tekstniveau > grammaticale tijd, volgorde van tekstelementen, ruimtelijke beschrijvingen 

Slide 6 - Diapositive

Afstemmen van stijl

Slide 7 - Diapositive

Afstemmen van stijl

Slide 8 - Diapositive

Afstemmen van stijl
Een begrafenis heeft een andere 'stijl' dan een carnavalsoptocht. Je past je kleding en stemming aan op de gebeurtenis. Dit is met teksten ook zo. 

Als je gaat solliciteren bij een pretpark, wordt er iets anders van jou als persoon verwacht, dan wanneer je solliciteert bij een advocatenkantoor. Je past je stijl van je brief dus hierop aan.

Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat jij anders zou doen als je zou solliciteren bij een discotheek en of bij een museum.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Wat bedoelt Arjen Lubach precies met een 'andersomliner'?

Slide 12 - Question ouverte

Huiswerk

Maak opdracht 7, 9, 10 en 11  van hoofdstuk communicatie paragraaf 10 uit het oefenboek. 
Je vindt de opdrachten op bladzijde 67 - 69. 


Slide 13 - Diapositive