Les 4 Zwanger worden

thema 4 voortplanting: B4
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

thema 4 voortplanting: B4

Slide 1 - Diapositive

Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoedermond
Baarmoederwand
Baarmoederhals

Slide 2 - Question de remorquage

Rijpe eicellen....
A
aanwezig vanaf de geboorte
B
ontstaan vanaf de puberteit

Slide 3 - Quiz

Waar wordt een rijpe eicel eventueel bevrucht?
A
in de baarmoeder
B
in de eierstok
C
in de eileider
D
in de vagina

Slide 4 - Quiz

Hoe vaak wordt een eicel rijp?
A
Een keer per week
B
Een keer per maand
C
Een keer per jaar
D
Twee keer per maand

Slide 5 - Quiz

Dit proces heet?
A
Eisprong
B
Ovulatie
C
Menstruatie
D
Oestrogenatie

Slide 6 - Quiz

Ovulatie
Bevruchting
Celdeling
Innesteling

Slide 7 - Question de remorquage

Een menstruatiecyclus duurt gemiddeld.....
A
21 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
28 dagen
D
7 dagen

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 9 - Quiz

eisprong
menstruatie
rijpen eicel

Slide 10 - Question de remorquage

baarmoederslijmvlies groeit
eisprong
rijpen eicel
menstruatie

Slide 11 - Question de remorquage

Tijdens de menstruatiecyclus verandert de slijmlaag aan de binnenkant van de baarmoeder.
Hier zie je drie keer de doorsnede van een baarmoeder afgebeeld.

Bij welk moment van de menstruatiecyclus hoort de doorsnede?
Tijdens de menstruatie
Kort na de menstruatie
Tijdens de ovulatie

Slide 12 - Question de remorquage

Vindt tijdens de zwangerschap gewoonlijk menstruatie plaats? En ovulatie?

A
Geen menstruatie en geen ovulatie
B
Alleen menstruatie vindt plaats
C
Alleen ovulatie vindt plaats
D
zowel ovulatie als menstruatie

Slide 13 - Quiz

B4 Zwanger worden

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Zwellichamen en een erectie
Zwellichamen kunnen vollopen met bloed en zetten uit (erectie).

Bouw zwellichamen is vergelijkbaar.

Clitoris erectie is minder zichtbaar.

Slide 16 - Diapositive

Zaadcel vs Eicel
Zaadcellen kunnen ongeveer 
3 dagen in leven blijven.
Voor bevruchting moet er in de eileider ook een eicel aanwezig zijn. 
Een eicel blijft na de ovulatie ongeveer 12 tot 24 uur in leven.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

bevruchting
Bevruchting

Slide 20 - Diapositive

Delingen van de eicel na bevruchting en innesteling (5 tot 7 dagen later)  in de baarmoeder

Slide 21 - Diapositive

Ovulatie
Bevruchting
Klievingsdeling
Innesteling

Slide 22 - Question de remorquage

Slide 23 - Vidéo

Placenta en navelstreng
Het embryo  is door de navelstreng verboden met de placenta.
Na 8 weken --> Foetus 
In de placenta (moederkoek):
  • Het  bloed van de moeder stroomt vlak                                                                          langs het bloed van  de embryo.
  • Zuurstof en voedingsstoffen van moeder                                                                      naar het embryo
  • Afvalstoffen van het embryo naar 
      de moeder

Slide 24 - Diapositive

Bescherming
vruchtvliezen en vruchtwater:
om de foetus heen zitten de vruchtvliezen
binnen de vruchtvliezen zit het vruchtwater

Slide 25 - Diapositive

Wat is de functie van vruchtwater?
A
Dit zorgt voor een constante temperatuur in de baarmoeder
B
Beschermt embryo tegen uitdroging
C
Beschermt embryo tegen stoten
D
A, B en C

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Echografie

Echografie (echo) wordt gebruikt om tijdens de zwangerschap de baby te controleren (tussen 8-12 weken zwangerschap). 

Geluidsgolven die terugkaatsen in het lichaam worden omgezet in bewegende beelden.

Slide 28 - Diapositive

Prenatale test
9/14 weken --> Combinatietest
Bloed afnemen en echo (nekplooimeting) -> Downsyndroom. 

Vanaf 11 weken --> NIPT (Niet Invasieve Prenatale test)
Bloed afnemen. Hierin zit ook DNA van de baby

Slide 29 - Diapositive

20 weken echo


Pretecho (3D)

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag!
Pak je planning en ga werken aan basisstof 4.

Slide 31 - Diapositive