Spelling hoofdletters en leestekens H1

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • 15 minuten lezen
  • Herhaling woordenschat - synoniemen
  • Herhaling taalverzorging werkwoorden, persoonsvorm en zinsdelen
  • Nieuwe en laatste paragraaf: spelling
  • Tijd voor huiswerk

Slide 2 - Diapositive

timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Herhaling woordenschat
Hoe kom je achter de betekenis van een woord komen? Door woordstrategieën toe te passen
Een voorbeeld van een woordstrategie is: een synoniem: 

Wat is dat ook alweer?
Hoe zoek je een synoniem?

Slide 4 - Diapositive

Herhaling taalverzorging: werkwoorden
De woorden in een zin kan je verdelen in woordsoorten
- Werkwoorden: zeggen wat iets of iemand doet of overkomt
Deze kan je vervoegen. Je geeft dan verschillende werkwoordsvormen

Lachen: Ik lach, hij lacht, wij lachen, ik lachte, hij lachte, wij hebben gelachen, lachend

Vallen: 

Slide 5 - Diapositive

Herhaling taalverzorging: persoonsvorm en zinsdelen
  • Zinnen zijn gemaakt van zinsdelen. De persoonsvorm (pv) is een zinsdeel.
  • Een zinsdeel kan uit 1 woord bestaan, maar ook uit een groepje woorden dat bij elkaar hoort.
  • Elk stukje wat je voor de pv kan zetten is een zinsdeel

Hoe vind je de pv?
1. 
2. 

Slide 6 - Diapositive

Oefenen
1. Nimra was superblij met haar hoge wiskundecijfer

2. Geert vliegt vanavond voor zijn werk naar Londen.

3. De antieke televisie van mijn ouders is nu helemaal kapot.

Slide 7 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan/weet:
  • Wanneer ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken
  • Hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
  • Woorden met ou en au goed spellen (opdracht 6)

Slide 8 - Diapositive

Taalverzorging spelling: 
hoofdletters en leestekens
Je gebruikt hoofdletters en leestekens om een tekst leesbaar te maken.

Gebruik van hoofdletters:
- Aan het begin van een zin: Onze tante is vandaag jarig
- Bij namen: Malou Wiersma, Thorbecke Voortgezet Onderwijs, Zuid-Holland
- Bij woorden die van namen zijn afgeleid: Duits, Amsterdamse, Noord-Hollandse


Slide 9 - Diapositive

Taalverzorging spelling:
hoofdletters en leestekens
Je gebruikt hoofdletters en leestekens om een tekst beter leesbaar te maken

Gebruik van leestekens:
- Je eindigt een zin met een punt, een vraagteken of een uitroepteken
- Bij gewone zinnen gebruik je een punt: We voetballen vanavond niet.
- Na een vraag zet je een vraagteken: Wat vind je van mijn nieuwe broek?
- Met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk: Dat is geweldig!

Slide 10 - Diapositive

Even oefenen: 
plaats de hoofdletters en leestekens 
  1. ik draag graag een jas als het koud is
  2. wat vind jij eigenlijk van het weer
  3. wauw, jij hebt een mooie jas
  4. mevrouw brinks geeft volgende week een toets
  5. in rotterdam staat de mooiste brug: de erasmusbrug

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
Voor volgende week woensdag:
Taalverzorging spelling: over hoofdletters en leestekens.

VOLGENDE WEEK DINSDAG TOETS SCHRIJVEN EN WOORDENSCHAT H1

Slide 12 - Diapositive