Paragraaf 8.2 De kaasspeciaalzaak

8.2 De kaasspeciaalzaak
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

8.2 De kaasspeciaalzaak

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kan benoemen welke productieweg een product aflegt
- Je weet wat een bedrijfskolom is
- Je kan uitleggen hoe de prijs van een product tot stand komt voordat de consument het product kan kopen

Slide 2 - Diapositive

a Welk bedrijf produceert een grondstof voor kaas?

b Welke rol speelt de zuivelfabriek bij de productie van kaas? 

c De kaashandel werkt met grote hoeveelheden kaas. Welke rol speelt het handelsbedrijf bij de 
productie van kaas?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is een bedrijfskolom?
De bedrijfskolom bestaat uit alle 
bedrijven die na elkaar meewerken 
aan een product.

Slide 5 - Diapositive

Bedrijfskolom van brood
Iedere producent voegt waarde toe aan het eindproduct (brood).
Dit begint bij de graanboer en eindigt bij de supermarkt.  Over deze waarde betalen ze ook belasting (BTW).


Slide 6 - Diapositive

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product. 

Slide 7 - Diapositive

Toegevoegde waarde
Formule toegevoegde waarde
Verkoopprijs – inkoopprijs = toegevoegde waarde

Slide 8 - Diapositive

Toegevoegde waarde 

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
  • Maak van H8.2 de opdrachten 2 t/m 7, 9, 10 & 11

Slide 10 - Diapositive

Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 11 - Question de remorquage

In welke volgorde zijn deze bedrijven betrokken
bij de productie van kaas?
A
1-2-3-4
B
2-3-1-4
C
4-3-2-1
D
3-2-1-4

Slide 12 - Quiz

De prijs van de kaas neemt bij elk opvolgend bedrijf toe. Leg uit hoe dat komt.

Slide 13 - Question ouverte

Kun je een voorbeeld geven van een keten als: grondstof -> halffabrikaat -> eindproduct?

Slide 14 - Question ouverte

De vier productiefactoren zijn ...
timer
1:00

Slide 15 - Question ouverte

Welke beloning hoort bij welke productiefactor?
Sleep de beloningen naar de juiste plek.
kapitaal
arbeid
natuur
ondernemersschap
salaris
rente
huur
pacht
winst

Slide 16 - Question de remorquage

Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 17 - Quiz

Het schilderen van een huis is ...
A
kapitaalintensief.
B
arbeidsintensief.

Slide 18 - Quiz

Een bedrijf met veel machines is ...
A
arbeidsintensief.
B
kapitaalintensief.

Slide 19 - Quiz

Eindproducten zijn duurder dan
grondstoffen door de toegevoegde waarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz