H1 Spelling

Welkom bij 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij 

Slide 1 - Diapositive

timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk nakijken 
H2 Lezen opdracht 3, vraag 1, 2, 3, 7 en 8

Slide 3 - Diapositive

Na deze les....
Ken je de regels voor het gebruik van een:
  • trema
  • apostrof
  • cedille
  • accent aigu
  • accent grave
  • accent circonflexe
  • Weet je wanneer de toets leesvaardigheid staat gepland. 

Slide 4 - Diapositive

Leesvaardigheid
Telt 2x mee
26 september
H1 + 2 Lezen
Herhaal de tekstverbanden en signaalwoorden (te vinden in De Brug - Lezen)

Slide 5 - Diapositive

Noteer een woord waarin een trema voorkomt.

Slide 6 - Carte mentale

Welke vorm is goed?
A
buiig
B
buiïg

Slide 7 - Quiz

Welke vorm is goed?
A
egoist
B
egoïst

Slide 8 - Quiz

Welke vorm is goed?
A
gelinieerd
B
geliniëerd

Slide 9 - Quiz

Welke vorm is goed?
A
poezie
B
poëzie

Slide 10 - Quiz

Welke vorm is goed?
A
vergroeiing
B
vergroeïing

Slide 11 - Quiz

Welke algemene regel kun je stellen voor het gebruik van een trema op basis van de voorbeelden?

Slide 12 - Carte mentale

Trema
  • Een trema gebruik je om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken, zoals calorieën, poriën en reünie. 
  • Daarnaast gebruik je een trema in leenwoorden, zoals fröbelen.
  • Trema gebruik je NIET bij klinkerbotsing bij samenstellingen, zoals gala-avond, wc-bril, bio-industrie. 

Slide 13 - Diapositive

Apostrof
  1. Uitspraakproblemen te voorkomen  bij meervoud--> jury's, zebra's (maar wel jockeys)
  2. Als weglatingsteken: 's morgens, 's-Gravenhage
  3. Weglaten van 's bij bezit met namen bij s-klank: Thomas' pet, Mulisch' boek
  4. In meervouden en afleidingen van afkortingen: cd's, sms'en, vwo'er
  5. In verkleinwoorden die eindigen op -y (dus niet bij bijv. -ay of -oy) : baby'tje - cowboytje - essaytje - lolly'tje

Slide 14 - Diapositive

Van wie is Jans' boek?
A
Jan
B
Jans

Slide 15 - Quiz

Geef de juiste spelling om het bezit aan te geven bij - de hond van Suus -

Slide 16 - Question ouverte

Geef de juiste meervoudsvorm van
'logé'

Slide 17 - Question ouverte

Accenten
  • Er zijn drie accenten. De accenten komen alleen voor op de letter -e: 
  • accent aigu verlengt de klank, bijv. :café, logé
  • accent grave vertraagt de klank, bijv: carrière,  Ségolène
  • accent circonflexe: enquête

  • Het accent aigu wordt soms gebruikt om de klemtoon aan te geven: 
  • Dat is dé manier om het goed te doen. 
  • Zij heeft geen twéé dochters, maar drie. 

Slide 18 - Diapositive

Cedille
  • Een cedille vind je soms onderaan de letter -c. Het zorgt ervoor dat de letter klinkt als een -s in plaats als een -k voor een -a, -o of -u
  • Curaçao 
  • reçu 

Slide 19 - Diapositive

Werkwoordspelling
  • Groepjes van 3 leerlingen
  • Maak een PowerPoint met 3 slides met uitleg over werkwoordspelling.
  • Stel je voor dat iemand nieuw is in Nederland en de regels niet goed kent, hoe zou jij de regels voor werkwoordspelling aan hem of haar uitleggen?
  • Volgende les beginnen presenteert 1 groep de uitleg. 

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk 14 sept.
H1 spelling opdracht 1, 2 en 3
Presentatie ww-spelling

Slide 21 - Diapositive