V2 First conditional

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Conditionals

Conditionals zijn voorwaardelijke zinnen: als ..... , dan ......

Een conditional sentence bestaat uit twee delen, een hoofdzin en een bijzin met if.

First Conditional

Vorm: bij de first conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. Bij if gebruik je de Present Simple en in het andere zinsdeel will  of won't  + het hele werkwoord.

Gebruik: als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.

If - sentences (first conditional)

If you study well,

you will pass the test. 

voorwaarde

waarschijnlijk gevolg

* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + het hele ww

  will pass

* If-zin, het zinsdeel waar if in staat.

* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple

  study

If - sentences (first conditional)

Onthoud: if en 'will' gaan niet samen.

If you will study well, you will pass the test.

i f + present simple If you study well,	will + ww. you will pass the test.
will + ww. You will pass the test,	if + present simple if you study well

Je gebruikt een First Conditional als iets ...... gaat gebeuren.

1. waarschijnlijk
2. niet waarschijnlijk
3. helemaal zeker
4. misschien

First conditional:
If I ... (have) enough money, I ... (buy) new shoes.

1. have - will buy
2. will have - buy
3. have - buy
4. will have - will have

First conditional:
If she .......(not listen), I ............(call) the security

1. don't listen/will call
2. didn't listen/ will call
3. doesn't listen/will call
4. doesn't listen/ won't call

First conditional:
If I ... (win) the lottery, I ... (treat) myself with a new car.

1. will win - will treat
2. win - will treat
3. win - treat
4. will win - treat

First conditional:
I ... (stay) home, if it ... (rain)

1. stay - will rain
2. stay - rains
3. will stay - rains
4. will stay - will rain

First conditional:
If we ..... (eat) all this cake, we ..... (feel) sick.

1. Eat / will feel
2. Eaten / will feel
3. Eat / feel
4. will eat / will feel

First conditional:
If you ........ too much coffee, you ........ to sleep.

1. will drink, won't be able
2. drink, won't be able
3. drink, will be able
4. will drink, won't be able

Vul in First Conditional:
If I ... (see) Mary, I ... (tell) her.

Vul in First Conditional:
If you ... (work) hard, you ... (get) rich.

Vul in First Conditional:
I .......... to the beach (go), if it is raining.

Vul in First Conditional:
If you .......... (buy) the present, I .......... (wrap) it up.

Vul in First Conditional:
If you ... (understand) this, we ... (continue).

Ik kan een first conditional maken en weet wanneer ik hem moet gebruiken.

010