H4-jeudi 1 juin 2023

H4-jeudi 1 juin 2023
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H4-jeudi 1 juin 2023

Slide 1 - Diapositive

  1. Jas buiten het lokaal
  2. Telefoon in je tas
  3. Kauwgom in de afvalbak

  4. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  5. Pak je spullen:
  6. agenda, pen, chromebook, boeken, schrift
  7. Tas op de grond naast je tafel

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les 
-Herhaling: vragen maken
-Herhaling+oefenen: ontkenning
-Werken aan wat je nog moet/kan doen voor Frans (leesdossier in 153)

MO: Bashir, Sera
(en Marwan, Hugo, Anaïs, Ella, Kate -> maandag 1e pauze)

Slide 3 - Diapositive

Vragen zonder vraagwoord in het Frans (p.116)
Kan (vaak) op drie manieren:
  1. Gewone zin met een vraagteken (onderwerp-gezegde-rest+?)
    ex. Tu vas à Paris. --> Tu vas à Paris?
  2. Est-ce que + gewone zin+vraagteken
    ex. Est-ce que tu vas à Paris?
  3. Inversie (=onderwerp-werkwoord omdraaien)
    ex. Vas-tu à Paris
    MAAR pas op: dit kan alléén als het onderwerp = persoonlijk vnw.

Slide 4 - Diapositive

Vragen met vraagwoord in het Frans (p.116)
Kan (vaak) op drie manieren:
  1. Vraagwoord aan eind van zin
    ex. Tu habites ?   Il arrive quand?
  2. Vraagwoord + est-ce que + gewone zin
    ex. Où est-ce que tu habites?   Quand est-ce qu'il arrive?
  3. Vraagwoord + inversie
    Où habites-tu?    Quand arrive-t-il?
    MAAR pas op: dit kan alléén als het onderwerp = persoonlijk vnw.

Slide 5 - Diapositive

Qui (wie) en Que (wat)
Qui
Qui est-ce qui
Qui est-ce que

Que
Qu'est-ce qui
Qu'est-ce que
Qui
wordt altijd voluit geschreven

Que
wordt qu' 
voor een klinker 
Kijk naar het eerste stukje tekst/ woord

Slide 6 - Diapositive

Wat+is .../zijn ...., welke
Wat is jouw favoriete club?
Wat is het probleem?
Wat is jouw lievelingsvak?

Welk boek lees jij?
Welk broodje neem jij?
Welke liedjes vind jij leuk?
Quel est ton club ....
Quel est le problème?
Quelle est ta matière ..?

Quel livre lis-tu?
Quel sandwich ....
Quelles chansons ....
Quel past zich aan aan zelfs.nw. waar het bijhoort.
quel, quelle, quels, quelles

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Ontkenning (p. 120+121)
Bestudeer de uitleg in boek en online 
Leer de betekenis van de verschillende ontkenningen

Maak dan stencil  p. 21, 22

Vragen? zoek op in je boek of vraag de docent

Slide 9 - Diapositive

-Maak stencil p. 21, 22
-Als je klaar bent, kijk je zelf je werk na.
-Ook klaar? ga dan verder in stencil, herhaal grammatica, leer voca.
-Maar alleen als je je leesdossier af hebt en de teksten 'vers l'examen'.

Slide 10 - Diapositive