Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2

Slide 1 - Diapositive

Lesplan
terugblik op hoofdstuk 1
Lesstof hoofdstuk 2
Samen oefenen 
Zelf oefenen

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 1
koopkracht                 functies geld                          indexcijfer
schaarste                    giraal/chartaal geld             budgetlijn
welvaart                                           maatschappelijke geldhoeveelheid
welzijn                                               directe/indirecte ruil
alternatief aanwendbaar          nominale/intrinsieke waarde
opofferingskosten                     fiduciair geld
transactiekosten                        nominaal/reeel
arbeidsproductiviteit                wisselkoers

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 2
Consumentensurplus en vraaglijn
 Verandering van de vraag
Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid 
Inkomenselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid

Slide 4 - Diapositive

Consumentensurplus
Het consumentensurplus is het verschil tussen de betalingsbereidheid en de marktprijs.

Slide 5 - Diapositive

Wat is een vraaglijn?

Slide 6 - Diapositive

Tekenen vraaglijn vanuit de formule 
Formule: Qv = -10P + 94

1. Om het snijpunt met de Q-as te berekenen, stel je P = 0

2. Om het snijpunt met de P-as te berekenen, stel je Q = 0. Los op met de balans methode tot je P overhoudt




Slide 7 - Diapositive

Verschuiving langs de vraaglijn
Als de prijs van het product veranderd 

Slide 8 - Diapositive

verschuiving op en van de vraaglijn


verschuiving van de vraaglijn:
  • behoefte en voorkeuren van vragers
  • hoogte van inkomen van vragers
  • prijs van andere producten


Slide 9 - Diapositive

Dit is belangrijk om te weten, omdat als de prijs verandert van het ene goed heeft het effect op de prijs van het andere goed. Dit kan de vraaglijn of aanbodlijn laten verplaatsen. 
Complementair: Positief verband tussen de twee goederen. VB: Als je meer spaghetti gaat kopen door een lage prijs, neem je ook meer saus mee. 
Subsitutie: Negatief verband tussen de twee goederen. VB: Als rijst veel duurder wordt, dan stap je over naar spaghetti. 

Slide 10 - Diapositive

Prijselasticiteit:

Slide 11 - Diapositive

Uitkomst prijselasticiteit

Slide 12 - Diapositive

Prijselasticiteit en omzet
volkomen inelastische vraag


relatief inelastische vraag

-

relatief elastische vraag


-

Slide 13 - Diapositive

Prijselasticiteit

Slide 14 - Diapositive

Oefening prijselasticiteit



Kijk bijvoorbeeld eerst naar de prijsverhoging van € 0,80 naar € 1 per bolletje ijs. Deze prijsverhoging zorgt voor een afname van de afzet van 1.200 naar 1.000 ijsbolletjes.
a Bereken de de procentuele verandering van de prijs van een bolletje ijs.
b Bereken de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid.
c Bereken de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid.

Slide 15 - Diapositive

Uitwerking

Slide 16 - Diapositive

Inkomenselasticiteit

Slide 17 - Diapositive

Inkomenselasticiteit

Slide 18 - Diapositive

Samen oefenen
2.22

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Zelf maken
2.21/2.23

Slide 21 - Diapositive