Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Bonjour & bienvenue!
Bonjour & bienvenue!
Slide 1 - Diapositive
Les nombres
Beantwoord de volgende vragen
Slide 2 - Diapositive
Les nombres: deux mille trois cents =
A
230
B
2030
C
2300
D
2330
Slide 3 - Quiz
Waar staat 64 goed geschreven?
A
soixante-quatorze
B
soixante-quatre
C
seize- quatre
D
six
Slide 4 - Quiz
Welk getal?
Deux-cent-quarante
A
42
B
240
C
200
D
24
Slide 5 - Quiz
Waar staat 28 goed geschreven?
A
treize- huit
B
vingt-neuf
C
vingt et huit
D
vingt-huit
Slide 6 - Quiz
Quatre-vingt-seize =
A
86
B
96
C
24
D
46
Slide 7 - Quiz
Los de volgende som op: soixante-quinze - vingt-quatre = (noteer je antwoord letters)
Slide 8 - Question ouverte
Los de volgende som op: quatre-vingt-quatorze + dix-neuf = (noteer je antwoord in letters)
Slide 9 - Question ouverte
Los de volgende som op: trois-cent-douze - cent-quatre-vingt-un = (noteer je antwoord in letters)
Slide 10 - Question ouverte
www.maret.at
Slide 11 - Lien
www.digipuzzle.net
Slide 12 - Lien
www.nufransleren.nl
Slide 13 - Lien
het aanwijzend voornaamwoord.
Lees op de volgende slides eerst de uitleg goed door.
Slide 14 - Diapositive
Het aanwijzend voornaamwoord
Slide 15 - Diapositive
Na deze les:
Weet je....
Wat een aanwijzend voornaamwoord is
Hoe het aanwijzend voornaamwoord gebruikt wordt
Kun je...
De juiste vorm van het aanwijzend voornaamwoord gebruiken
Slide 16 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 17 - Diapositive
Je hebt in het Nederlands altijd twee van de vier mogelijke vertalingen zoals je in het schema hebt gezien (heb je hem al overgenomen?!). Het maakt niet uit met welke van beide je de vertaling maakt.
Vertaal in je schrift:
1. Ce jean est bleu =
2. Cette chemise est rouge =
3. Ces magasins sont populairs =
4. Cet hiver n'est pas froid =
Slide 18 - Diapositive
vocabulaire
We gaan verder met vocabulaire herhalen en leren!
Slide 19 - Diapositive
Noteer Franse benamingen voor kledingstukken
Les vêtements
Slide 20 - Carte mentale
Vertaal de zin: Je veux utiliser plusieurs couleurs.
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal de zin: J'ai perdu le jeu avec mon frère.
Slide 22 - Question ouverte
Vertaal de zin: Les ados sont devant le supermarché .
Slide 23 - Question ouverte
Zet de onderdelen van de zin in goede volgorde: chaussures - des - Cette - blanches. - porte - fille
Slide 24 - Question ouverte
Zet de onderdelen in goede volgorde: Instagram. - acteur - utilise - Cet - célèbre
Slide 25 - Question ouverte
Zet de onderdelen in goede volgorde: font - blagues - Ces - originales. - mecs - des