Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Articles
Slide 1 - Diapositive
The article "the"
(het lidwoord "the")
Slide 2 - Diapositive
In het Engels gebruik je:
geen lidwoorden als je het hebt over leden van een groep, wel als het gaat als een groep als geheel
Slide 3 - Diapositive
Voorbeelden:
People think Australiansare really laid-back.
The Australians are tough to beat at rugby.
Slide 4 - Diapositive
In het Engels gebruik je:
geen "the" na "both" (beide) of "all" (alle, de hele) en "most" (de meeste)
Slide 5 - Diapositive
Voorbeelden:
Most people don't like rain.
Both countries are very nice to visit.
Slide 6 - Diapositive
In het Engels gebruik je:
geen lidwoord voor titels of wanneer iemand de enige is die een bepaalde functie uitoefent
Slide 7 - Diapositive
Voorbeelden:
My uncle has met Prince Harry.
He is Prime Minister of Australia.
Slide 8 - Diapositive
In het Engels gebruik je:
geen lidwoorden voor continenten, landen, plaatsnamen, straten en meren, of voor namen van gebouwen en organisaties die beginnen met een plaatsnaam, tenzij de naam een lidwoord bevat, zoals the Netherlands
Slide 9 - Diapositive
Voorbeelden:
Nigeria is a country in Africa.
Slide 10 - Diapositive
Meer voorbeelden:
Nigeria is a country in Africa.
Lake Torrens is close to Adelaide.
Let's take the bus to Oxford street.
My brother studied at Cambridge University.
Could you take me to Manchester Airport?
Slide 11 - Diapositive
In het Engels gebruik je:
meestal geen lidwoord in een aantal vaste uitdrukkingen.
Let op: als je wel een lidwoord gebruikt, verandert de betekenis.
Slide 12 - Diapositive
Voorbeelden:
I met Tim at school. (toen we nog op school zaten)