Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom
4 HAVO ECONOMIE || 2023-2024
Slide 1 - Diapositive
Programma
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Diapositive
Wat gebeurt er als er minder mensen lid worden van een vakbond?
Slide 3 - Question ouverte
Lesdoelen
Aan het einde van de les
De verschillende oorzaken van werkloosheid noemen en toelichten.
Slide 4 - Diapositive
Werkloosheid
Slide 5 - Carte mentale
Als we kijken naar de arbeidsmarkt, wanneer is daar sprake van werkloosheid?
Slide 6 - Question ouverte
Ruime Arbeidsmarkt
Slide 7 - Diapositive
Krappe arbeidsmarkt
Slide 8 - Diapositive
Wanneer is iemand werkloos?
A
Als je tussen de 15 jaar oud bent en pensioenleeftijd
B
Je geen baan hebt
C
Actief op zoek bent naar werk
D
Of...je moet aan alle punten voldoen (A / B en C), anders ben je niet werkloos.
Slide 9 - Quiz
Soepel ontslagrecht
Werknemers kunnen gemakkelijk worden ontslagen en kunnen ook gemakkelijker een baan krijgen. Werkgevers kunnen gemakkelijker van iemand afkomen als ze niet tevreden zijn.
Slide 10 - Diapositive
Leg uit dat werkgevers eerder een werkloze aanneemt bij soepel ontslagrecht.
Slide 11 - Question ouverte
Leg uit dat wat het gevolg is van een daling van de bestedingen op de werkloosheid.
Slide 12 - Question ouverte
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid. (Leerdoel 13)
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Geregistreerde werkloosheid
Slide 13 - Question de remorquage
Welke van de onderstaande ontwikkelingen heeft structurele werkloosheid tot gevolg?
A
De afgelopen jaren is het slechter gegaan met de economie
B
Door vergrijzing krimpt de beroepsbevolking
C
Veel bedrijven verplaatsen de productie naar lagelonenlanden
D
Vernieuwende bedrijven zorgen voor vraag naar arbeid
Slide 14 - Quiz
Conjuncturele werkloosheid is:
A
de vraag daalt en daardoor daalt de productie
B
de vraag stijgt en daardoor stijgt de productie
C
De vraag daalt en daardoor stijgt de productie
D
De vraag stijgt en daardoor daalt de productie
Slide 15 - Quiz
Leg uit hoe de overheid ervoor kan zorgen dat de werkloosheid daalt.