thema is vaak 'iets onmogelijks verrichten en de ongenaakbare natuur;
hoofdpersoon Timothy Treadwel leefde 13 jaar tussen de beren;
filmmateriaal van meer dan 100 uur van 13 zomers.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
2. drama
Emotionele thema's;
problemen tussen mensen.
De filmmaker wil dat de kijker zich zo goed mogelijk kan inleven in de personages.
Slide 7 - Diapositive
verschillende soorten drama
oorlogsfilms;
kostuumdrama's;
detectives;
biografieën.
Slide 8 - Diapositive
3. comedy
nadruk ligt op humor;
eigenschappen van personages worden uitvergroot.
Slide 9 - Diapositive
4. horror en thriller
angst, spanning en verrassing;
suspense: langzaam gebeurt datgene waarvan de kijker al vermoedt dat het onvermijdelijk is;
horrorfilms draaien, meer dan thrillers,
om angst en gruwel.
Slide 10 - Diapositive
5. arthouse/ filmhuisfilm
artistiek doel;
experimentele verhaallijn, vaak lastig te volgen;
niet commercieel;
Slide 11 - Diapositive
zes kenmerken
vertelling en regie;
camera en kadrering;
montage;
geluidsontwerp;
vormgeving;
special effects.
Slide 12 - Diapositive
Vertelling en regie
chronologisch of niet-chronologisch m.b.v. flashbacks en flashforwards;
realisme;
filmmaker brengt vertelling zo echt mogelijk over m.b.v. scenario, beeld en geluid;
Slide 13 - Diapositive
verschillende vakmensen
scenarist: schrijft het scenario;
producent: maakt film praktisch mogelijk;
regisseur :brengt alles samen: bepaalt de camerastandpunten, kiest geluid en stuurt de acteurs d.m.v. spelregie.
Slide 14 - Diapositive
2. camera en kadrering
camera brengt verhaal in beeld (camerastandpunten komen volgende week aan de orde);
kadrering= beelduitsnede, het deel van het beeld dat je als kijker ziet.
Slide 15 - Diapositive
3. montage
Na het filmen worden alle los geschoten shots op de goede volgorde aan elkaar geplakt (vroeger met schaar en lijm, nu met de computer)
Slide 16 - Diapositive
Montage
Montage = de ordening van opgenomen beeld en geluid.
Continuiteitsmontage
Het onzichtbaar maken van het werk van de editor.
Shots moeten natuurlijk in elkaar overlopen.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
4. geluidsontwerp/sounddesign
realistische geluiden worden vaak nagebootst;
geluiden worden apart van de filmbeelden opgenomen en later gemonteerd - foleygeluid;
geluidopnames in de natuurlijke omgeving- fonografie;
achtergondmuziek en titelsong - soundtrack.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Vidéo
Slide 21 - Vidéo
5. vormgeving
Om een zo realistisch mogelijk verhaal te laten zien, is vormgeving erg belangrijk. Vormgeving bepaalt wat en hoe er iets in beeld wordt gebracht. Denk aan:
locatie (binnen of buiten);
mis-en-scène - alles wat zich binnen het camerakader afspeelt (decor, licht, camerastandpunten)
Slide 22 - Diapositive
6. Special effects
Speciale effecten worden tijdesn de montage aan de film toegevoegd, denk aan: