Formatieve toets H1

Formatieve toets Theorie H1

De consument

PRIMAIR

SECUNDAIR

Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.

Primaire behoeften

Secundaire behoeften

Medicijnen

Vitaminepillen

Benzine

Smartphone

Televisie

Bed

Groente en fruit

Auto

Beroepsopleiding

Noem drie dingen die je behoeften kunnen beïnvloeden.

Schaarste betekent in de economie ...

1. dat er weinig van is.
2. dat mensen secundaire behoeften hebben.
3. dat je middelen te beperkt zijn om in al je behoeften te voorzien .
4. dat is iets zeldzaam is.

Wat is welvaart?

Voorbeelden van vrije goederen zijn ...

1. zon, water en baksteen
2. rubber, metaal en hout
3. zon, water en wind
4. natuur, drinkwater en zon

Welke soort reclame zie je hier?

1. commerciële reclame
2. ideële reclame

Welke soort reclame
zie je hier?

1. ideële reclame
2. sluikreclame
3. merkreclame
4. informatieve reclame

Waarom zijn jongeren een belangrijke doelgroep?

Welk begrip wordt hier bedoeld?

Geld opzijleggen voor bepaalde uitgaven.

1. inkomen
2. budget
3. begroting
4. reserveren

Hoeveel maanden zitten er in een kwartaal?

Hoe heet het overzicht
wat je hiernaast ziet?

Juist of onjuist?
Door inflatie daalt de koopkracht van je geld.

1. juist
2. onjuist

Wat is koopkracht?

1. Hoeveel geld je hebt.
2. De hoeveelheid producten die je kunt kopen.
3. Hoeveel spaargeld je hebt
4. Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Hoe noem je het als je met een grote groep consumenten gezamenlijk optreedt?

Hoe noemen we een verzameling van wetten en regels die de consument beschermt bij de aankoop van producten?

1. consumentenwetten
2. consumentenregels
3. consumentenrecht
4. productregels

Welke wet gaat over verkoop aan de deur?

1. Warenwet
2. Wet Koop op afstand
3. Colportagewet
4. Wet productaansprakelijkheid

Als de nieuwe wasmachine lekt, dan moet de verkoper betalen voor de schade volgens de ...

1. Colportagewet
2. deugdelijk product
3. Warenwet
4. Wet productaansprakelijkheid

Wat voor soort ruil zie je hiernaast?

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

Wat voor soort ruil zie je hiernaast?

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil

Welke 3 geldfuncties ken je?

Noem de 3 spaarmotieven.

Welke leenmotieven zijn er

Noem drie verschillende kredietvormen.