Cursus 2.4; Welk werk kun je doen?

Mens en Maatschappij
Hoofdstuk 2:  arm en rijk
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens en maatschappijVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Mens en Maatschappij
Hoofdstuk 2:  arm en rijk

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de vijf basisbehoeften?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het middel van bestaan in de landbouwsamenleving?

Slide 4 - Question ouverte

Noem in één woord wat een hunebed is.

Slide 5 - Question ouverte

Mensen werden begraven zonder eigen spullen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Waarom werden de mensen begraven met spullen?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe wordt de tijd van jagers en boeren ook wel genoemd?

Slide 8 - Question ouverte

Door de landbouwrevolutie kwam er een verschil tussen arm en rijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Doel van de les

Je leert over produceren en consumeren.
Je leert over beroepen in de landbouw, industrie en diensten.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welke beroepswens heb
jij op dit moment?

Slide 12 - Carte mentale

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Nogmaals, wat is het verschil tussen een product en een dienst? Bekijk het filmpje!

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

  DIENST
PRODUCT

Slide 17 - Question de remorquage

PRODUCT
DIENST

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Diapositive

Het volgende filmpje gaat over het verbouwen van aardappelen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo


  Welk beroep hoort niet bij de landbouw?
A
varkensboer
B
dierenarts
C
rozenkweker
D
fruitteler

Slide 22 - Quiz


  Welke zin over landbouw in Nederland klopt?
A
veel kleine bedrijven - weinig machines
B
veel grote bedrijven - weinig machines
C
veel grote bedrijven - veel machines
D
veel kleine bedrijven - veel machines

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive


   Noteer in één woord hoe je iemand noemt die iets koopt.

Slide 25 - Question ouverte


   In welke beroepssector werk je als je fabrieksarbeider bent?
   Noteer dit in één woord.

Slide 26 - Question ouverte

Wat moet je doen?
Blz. 61 - 63 maken

  • Klaar?
Werk opbergen
Werk afmaken

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wat zijn de drie beroepssectoren?

Slide 29 - Question ouverte

Wat is een product?

Slide 30 - Question ouverte

Wat betekent consument?

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive


  Geef twee voorbeelden van beroepen in de dienstensector.

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive


   Bij welke beroepssector hoort het beroep van melkveehouder?
A
landbouw
B
industrie
C
diensten

Slide 36 - Quiz


   Bij welke beroepssector hoort het beroep van winkelier?
A
landbouw
B
industrie
C
diensten

Slide 37 - Quiz

Wat moet je doen?
Blz. 64 - 65 maken

  • Klaar?
Werk open inleveren
Werk afmaken

Slide 38 - Diapositive