4.1 Hitler aan de macht

Programma les 1
1. Voorkennis: fascisme                                                                                     (10 min)  
2. Voorkennis met leerdoel 3 & 4   (3.4 Wereldcrisis)                         (20 min) 
3. Nakijken 3 & 4 (3.4 Wereldcrisis)                                                              (10 min)    
4. Afsluiting                                                                                                             (10 min)

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma les 1
1. Voorkennis: fascisme                                                                                     (10 min)  
2. Voorkennis met leerdoel 3 & 4   (3.4 Wereldcrisis)                         (20 min) 
3. Nakijken 3 & 4 (3.4 Wereldcrisis)                                                              (10 min)    
4. Afsluiting                                                                                                             (10 min)

Slide 1 - Diapositive

a) Leg uit waarom het Fascisme in Europa populair werd.
b) Noem de vijf belangrijkste ideeën van Hitler.

Slide 2 - Question ouverte

3. Ik kan de gevolgen noemen van de economische Wereldcrisis in de: V.S., Nederland & Duitsland

- Noem twee gevolgen voor de V.S. die ontstonden door de wereldcrisis in de V.S. (blz. 159) 
  1. Veel banken, bedrijven en burgers waren hun geld kwijt en raakten in de problemen. 
  2. Veel mensen raakten werkloos, bijna 12 miljoen. 
- Noem een gevolg voor Nederland & Duitsland. (blz. 161 & 162) 
  • De handel kwam voor Nederland stil te liggen. Ook hier werkeloosheid. 
  • In Duitsland stortte de economie totaal in; 1/3 arbeiders was werkeloos.
- Benoem waarom het Duitse volk haar hoop verloor. (blz. 161 & 162)
  • Door grote werkeloosheid verloor het Duitse volk hoop in de Duitse regering

Slide 3 - Diapositive


4. Ik kan uitleggen waarom de populariteit van het fascisme in 1929 steeds meer toenam en kan een beschrijving geven van de ideeën van Hitler. 
- Leg uit waarom het fascisme populairder werd. (blz. 163) 
  • Politieke partijen lukten het niet om de grote problemen (de wereldcrisis) op te lossen. 
  • Fascisme werd hierdoor onder het volk populairder.  
- Noem de volledige naam van de partij van Hitler (blz. 163)
Nationaalsocialistische Arbeiderpartij oftewel NSDAP
- Noem de vijf ideeën van Adolf Hitler (blz. 163)
  1. Hitler vond dat er maar één sterke leider moest zijn.
  2. Duitse volk moest sterke éénheid zijn en de leider gehoorzamen.
  3. Hitler gebruikte geweld om macht af te dwingen.
  4. Extreem nationalistisch, Duitsland voor alles én het verdrag van Versailles terug draaien. 
  5. Hitler gaf Joodse mensen de schuld van alle ellende, antisemitisme. 

Slide 4 - Diapositive

4.1 Hitler aan de macht

Slide 5 - Diapositive

4.1 Hitler aan de macht
5. Ik kan uitleggen waarom er veel Duitsers op Hitler stemden én hoe Hitler het uiteindelijk lukten om alle macht in de Duitsland te grijpen. 
- Leg uit welke vijf redenen er zijn waarom onder veel Duitsers de ideeën van het Nationaalsocialisme 
populair waren. 
- Leg uit op welke twee manieren het Hitler lukte om de onbeperkte macht te krijgen. 

6. Ik kan uitleggen hoe Hitler omging met andere meningen en politieke tegenstanders én hoe Hitler een totalitaire staat maakten van Duitsland. 
- Leg uit hoe Hitler politieke tegenstanders  uitschakelden; 
- Leg uit wat een totalitaire staat is en hoe Hitler probeerden van Duitsland een totalitaire staat te maken. 

Slide 6 - Diapositive

5. Ik kan uitleggen waarom er veel Duitsers op Hitler stemden én hoe Hitler het uiteindelijk lukten om alle macht in de Duitsland te grijpen. 
- Leg uit welke vijf redenen er zijn waarom onder veel Duitsers de ideeën van het Nationaalsocialisme 
populair waren. 
De vijf redenen waarom het de ideeën van het nationaalsocialisme zo populair waren zijn: 
  1. Hitler beloofde het verdrag van Versailles terug te draaien. 
  2. Joden kregen de schuld van crisis, Hitler beloofde crisis op te lossen en voor werk te zorgen. 
  3. De nazi's gebruikten propaganda om hun boodschap te verspreiden. 
  4. Nazi's marcheerden in uniform door de straat; daar wilden je bij horen. 
  5. Gebruik van terreur: iedereen met andere ideeën werd gestraft of in elkaar geslagen.

- Leg uit op welke twee manieren het Hitler lukte om de onbeperkte macht te krijgen.
  • Hitler werd in 1932 democratisch gekozen door Duitse volk, daarna probeerde hij de macht te krijgen door: 
  • Ten eerste leden van het parlement te bedreigen of op te sluiten; om zo een wet aan te nemen waardoor hij alle macht kreeg
  • ten tweede verbood hij andere partijen behalve de NSDAP 

Slide 7 - Diapositive

6. Ik kan uitleggen hoe Hitler omging met andere meningen en politieke tegenstanders én hoe Hitler een totalitaire staat maakten van Duitsland. 
 - Leg uit hoe Hitler politieke tegenstanders  uitschakelden; 
  • Hitler sloot duizenden tegenstanders op in concentratiekampen
- Leg uit wat een totalitaire staat is en hoe Hitler probeerden van Duitsland een totalitaire staat te maken. 
  • Totale beheersing van Duitse bevolking door; oftewel een totalitaire staat
  • Te bepalen wat er in de krant en op tv kwam; 
  • alle verenigingen en organisaties onder de controle van de NSDAP kwam 
  • Kinderen op scholen te leren dat het nationaalsocialisme goed was en naar jeugdverenigingen te laten gaan
  • Vrouwen mochten niet meer werken 

Slide 8 - Diapositive

4.1 Hitler aan de macht
7. Ik kan twee voorbeelden noemen waaruit blijkt dat Hitler vanaf 1933 aanstuurde op een oorlog. (blz. 21) 
- Noem twee voorbeelden
- Maak opdracht 10 t/m 12c op blz. 22. 

Slide 9 - Diapositive

7. Ik kan twee voorbeelden noemen waaruit blijkt dat Hitler vanaf 1933 aanstuurde op een oorlog. (blz. 21) 
  • 1. Hitler voerde vanaf 1933 dienstplicht in, liet vliegtuigen en tanks maken;
  • 2. In 1938 ging Hitler nog een stap verder, hij nam Oostenrijk én later een deel van Tsjechoslowakije in. 

Slide 10 - Diapositive

4.1 Hitler aan de macht
7. Ik kan twee voorbeelden noemen waaruit blijkt dat Hitler vanaf 1933 aanstuurde op een oorlog. (blz. 21) 
- Noem twee voorbeelden
- Maak opdracht 10 t/m 12c op blz. 22. 

Slide 11 - Diapositive