organen planten

welkom
telefoon in hotel laptop dicht op tafel
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

welkom
telefoon in hotel laptop dicht op tafel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Planning
herhalen
wat is de toetsstof voor de toetsweek?
nieuwe lesstof 
oefenen

Slide 3 - Diapositive

Een plant kan zelf voedsel maken. Dit noem je:
A
Fotograferen
B
Biogenese
C
Fylogenese
D
Fotosynthese

Slide 4 - Quiz

Bij een tomaat eet je welk eetbaar deel van een plant?
A
Wortel
B
Stengel
C
Blad
D
Vrucht

Slide 5 - Quiz

Welke organismen kunnen zelf hun voedsel maken?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle organismen

Slide 6 - Quiz

Kan dit organismen zijn eigen voedsel maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Wat is glucose?
A
Een stof die planten uitademen.
B
Een bijproduct (= extra) van fotosynthese.
C
Een energierijke stof die de plant maakt tijdens fotosynthese.
D
Een energierijke stof die de mens maakt voor planten.

Slide 8 - Quiz

Welke delen van de plant zijn eetbaar?
A
Alleen de bladeren van een plant zijn eetbaar
B
Alle delen van de plant zij eetbaar
C
Dat is afhankelijk van de soort plant
D
Alleen de vruchten van de plant zijn eetbaar

Slide 9 - Quiz

organen planten 
thema 2 bs 2

Slide 10 - Diapositive

Wortels
  • in de grond
  • hoofdwortel & zijwortels
  • wortelharen

wortelstelsel = alle wortels van een plant samen

Slide 11 - Diapositive

Een wortelstelsel bestaat uit?
A
Wortels
B
Zijwortels en hoofdwortels
C
Hoofdwortel, zijwortel en wortelharen

Slide 12 - Quiz

Wortelstelsel
Functies wortelstelsel:
  1. Water en mineralen opnemen.
  2. Plant stevig vastzetten.
  3. Reservestoffen opslaan.

Slide 13 - Diapositive

Wat is geen functie van het wortelstelsel?
A
De plant stevig vastzetten in de grond
B
Water en voedingsstoffen opnemen uit de bodem
C
Stevigheid geven aan de plant
D
Reservestoffen opslaan

Slide 14 - Quiz

Houtachtige of kruidachtige planten
- Houtachtige planten (bomen en struiken): bevatten veel hout voor stevigheid

- Kruidachtige planten (zoals een tulp)

Slide 15 - Diapositive

Houtachtige en kruidachtige planten
Houtachtige planten bevatten veel hout
kruidachtige planten bevatten bijna geen hout

Slide 16 - Diapositive

Stevigheid kruidachtige en houtachtige planten

Slide 17 - Diapositive

Houtachtig of kruidachtig?
A
houtachtig
B
kruidachtig

Slide 18 - Quiz

Is dit een kruidachtige- of houtachtige plant?
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant

Slide 19 - Quiz

Houtachtige planten halen hun stevigheid uit:
A
water
B
jaarringen
C
houtstof
D
celwand

Slide 20 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een houtachtige plant?
A
Dennenboom
B
Appelboom
C
Beukenboom
D
Margriet

Slide 21 - Quiz

bladeren

onderdelen van bladeren:
  • bladschijf met bladmoes, hoofdnerf en zijnerven
  • bladsteel

functie van bladeren:
  • Bladeren maken glucose (voedsel voor de plant)
  •  Bladeren maken zuurstof 

Slide 22 - Diapositive

Sommige planten hebben witte bladeren in plaats van groene bladeren. In deze bladeren is geen fotosynthese mogelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

wat is de functie van bladeren?
A
ze maken zuurstof en voedsel voor de plant
B
door de bladeren nemen planten water op.
C
door de bladeren staan planten stevig in de grond
D
door de bladeren wordt de plant beschermd

Slide 24 - Quiz

Vatenstelsel
  • Functie vatenstelsel is transport.
  • Water en mineralen gaan van de wortels naar andere delen.
  • Glucose gaat van de bladeren naar andere delen.

Slide 25 - Diapositive


Wat is de functie van het vatenstelsel?
A
Opnemen van water en mineralen
B
Transport
C
Fotosynthese
D
Glucose aanmaken

Slide 26 - Quiz

De wortels zijn geen onderdeel van het vatenstelsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Wat wordt er vervoerd door het vatenstelsel van de bladeren naar andere delen van de plant?
A
Glucose
B
Water en mineralen
C
Zuurstof
D
Water en koolstofdioxide

Slide 28 - Quiz

oefenen thema 2 bs 2
lees de tekst!!!!
maak daarna opdracht 1 t/m 4 en 7 en 9
en de test jezelf

Slide 29 - Diapositive