Klas 3 Ordening KADER

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Klas 3 ORDENING kader

We gaan beginnen met lesson-up oefentoets 

zorg dat je inlogt met je IPAD

Hier is een paling getekend. Palingen leven in rivieren en in de zee. Ze halen adem door middel van kieuwen.

Tot welke klasse van de gewervelde dieren behoort een paling?

1. Amfibieën
2. Reptielen
3. Zoogdieren
4. Vissen

Hiernaast is een plant getekend. Tot welke stam hoort deze plant?

1. Sporenplant
2. Wieren
3. Zaadplanten

Dierlijke en plantaardige cellen

Alleen plantaardige cellen

Bladgroenkorrel

Celkern

Celwand

Celmembraan

Vacuole

- Dieren hebben veel verschillende soorten

- Cellen van mensen hebben                                                 kenmerken als cellen van dieren.

-De                                             regelt alles wat er in de cel gebeurt.

-Een dierlijke cel bestaat voor een groot deel 

uit

-Om de cellen van dieren ligt een 

dezelfde 

celmembraan 

celplasma

celkern 

cellen 

zet de organisme bij de juiste cellen. 

Curaçao is een eiland waar veel bijzondere soorten planten voorkomen, bijvoorbeeld de dividivi boom.

De dividivi leunt altijd naar het westen vanwege de overheersende westenwinden. Hij kan 2–3 keer per jaar bloeien.

Is de dividivi een sporenplant of een zaadplant? Leg je antwoord uit...

Hier zie je een geleedpotige. Wat weet je over dit dier?

1. Het dier heeft een inwendig skelet.
2. Het dier heeft een uitwendig skelet.
3. Het dier heeft geen skelet.

Noem twee kenmerken waaraan je kunt zien dat deze berggeiten zoogdieren zijn.

Sommige bacteriën zijn nuttig. Zij helpen ons bij het maken van bepaalde voedingsmiddelen.

Bij het maken van welk voedingsmiddel helpen bacteriën ons?

1. Brood
2. Jam
3. Yoghurt
4. Wijn

Sporenplant of zaadplant?

1. Zaadplant
2. Sporenplant

Neteldier

Schimmels

Geleedpotigen

Stekelhuidigen

Zaadplanten

Gewervelden

Sporenplant

Zaadplant

Sporenplant

Wat hebben sporenplanten NIET?

1. wortels
2. stengels
3. bladeren
4. bloemen

Voor een medisch onderzoek wordt een microscopisch preparaat gemaakt van ontlasting (poep). In het preparaat zitten onder andere bacteriën, cellen van een spinazieplant en cellen van de darmwand. Hiernaast is een deel van het preparaat getekend.

Welke letter geeft cellen van een spinazieplant aan?

1. P
2. Q
3. R

Hoe plant een meercellige schimmel zich voort?

1. Deling
2. Sporen
3. Zaden

Je ziet hiernaast 2 cellen. Van wie zijn deze cellen?

1. 1=Schimmel 2=Bacterie
2. 1=Schimmel 2=Dier
3. 1=Bacterie 2=Schimmel
4. 1=Bacterie 2=Dier

Welk onderdeel komt alleen voor bij een plantencel?

1. Bladgroenkorrels
2. Celkern
3. Celwand

Je ziet hiernaast 2 cellen. Van wie zijn deze cellen?

1. 3=Schimmel 4=Plant
2. 3=Schimmel 4=Dier
3. 3=Plant 4=Schimmel
4. 3=Plant 4=Dier

Plantaardige cellen hebben wel een .... en dierlijke cellen niet

1. een celwand
2. celmembraam
3. celkern

Welke bewering over naaktzadige planten is juist?

1. Bij naaktzadige planten liggen de zaden tussen de schubben van de kegels.
2. Bij naaktzadige planten worden de sporen gevormd in sporendoosjes.
3. Bij naaktzadige planten worden de sporen gevormd in sporenhoopjes.
4. Bij naaktzadige planten zitten de zaden in vruchten.

Tijdens een vakantie aan het strand kom je in het zand een diertje tegen. Je weet niet precies wat voor soort dier het is. Daarom tel je zijn poten. Het dier heeft acht poten.

Wat voor soort geleedpotige is dit?

1. Spin
2. Insect
3. Kreeftachtige
4. Duizenpoot

Hiernaast is een zadelrob getekend. Zadelrobben leven een groot deel van hun leven in zee. Ze halen adem met longen en zijn warmbloedig.

Tot welke klasse van de gewervelde dieren behoort een zadelrob?

1. Amfibie
2. Vis
3. Zoogdier

Welke schadelijke organismen worden door antibiotica gedood?

1. Schadelijke bacteriën.
2. Schadelijke planten.
3. Schadelijke schimmels.

Een dolfijn is levendbarend.
Wat zegt dat over zijn manier van ademhalen?

1. Een dolfijn haalt adem met kieuwen.
2. Een dolfijn haalt adem met longen.
3. Een dolfijn haalt adem met de huid.

Bekijk de afbeelding hiernaast. Wat hebben deze gewervelden met elkaar gemeen?

1. De huid is bedekt met haren.
2. Ze baren hun jongen levend.
3. Ze ademen met longen.
4. Ze leggen eieren.

Hiernaast zie je een knolamiet. Hieronder staan enkele kenmerken die voorkomen bij organismen. 

1 Elke cel heeft een celkern.

2 Elke cel is omgeven door een celwand.

3 Voortplanting vindt plaats door sporen.

Welk kenmerk komt of welke kenmerken komen voor bij een groene knolamaniet?

1. Alleen kenmerk 3.
2. Alleen de kenmerken 1 en 2.
3. Alleen de kenmerken 1 en 3.
4. De kenmerken 1, 2 en 3.

Is de lichaamstemperatuur van een zandhagedis constant of niet constant? En plant een zandhagedis zich voort door eieren met een leerachtige schaal of door eieren zonder schaal?

1. constant met een leerachtige schaal
2. niet constant met een leerachtige schaal
3. constant zonder schaal
4. niet constant zonder schaal

Bekijk de afbeelding hiernaast. Tot welke stam behoort de plant waar dit een deel van is?

1. Mossen
2. Varens
3. Zaadplanten

Is dit diertje niet-symmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch?

1. Niet-symmetrisch
2. Tweezijdig symmetrisch
3. Veelzijdig symmetrisch

Pneumokokken zijn eencellige ziekteverwekkers die bij veel mensen in de slijmvliezen van neus- en keelholte voorkomen. Meestal veroorzaken ze geen ziekteverschijnselen. Maar soms hebben ze ernstige ziekten tot gevolg, zoals hersenvliesontsteking of longontsteking. Pneumokokken hebben wel een celwand, maar geen celkern.

Tot welke groep behoren deze organismen?

1. Bacterien
2. Planten
3. Dieren
4. Schimmels

Hiernaast zie je een kwal. 

Welke twee eigenschappen passen bij dit organisme?

1. Veelzijdig symmetrisch Uitwendig skelet
2. Niet symmetrisch Geen skelet
3. Veelzijdig symmetrisch Geen skelet
4. Tweezijdig symmetrisch Inwendig skelet