In deze paragraaf leer je wat de overheid doet of laat doen voor Nederland en de inwoners.
1 / 5
suivant
Slide 1: Diapositive
Cette leçon contient 5 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Leerdoel
In deze paragraaf leer je wat de overheid doet of laat doen voor Nederland en de inwoners.
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Tessa belt met een vriendin. Ze praten over van alles en nog wat. Over haar man Bas die twee weken op oefening is met het leger. En over haar telefoontje naar de milieuklachtentelefoon. Door dat telefoontje verdween de stankoverlast in de buurt.
Welke overheidinstantie heeft een milieuklachtentelefoon?
A
de gemeente
B
de provincie
C
het rijk
Slide 2 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Tessa belt met een vriendin. Ze praten over van alles en nog wat. Over haar man Bas die twee weken op oefening is met het leger. En over haar telefoontje naar de milieuklachtentelefoon. Door dat telefoontje verdween de stankoverlast in de buurt.
Bij welke overheidsinstantie hoort het leger?
A
de gemeente
B
de provincie
C
het rijk
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Tessa werkt in Artis als verzorger. Artis heeft niet genoeg opbrengsten om alle kosten te betalen. De overheid betaalt mee, Artis krijgt subsidie (bron). Stel, Artis krijgt geen subsidie meer. Met hoeveel procent moeten de bedrijfsopbrengsten (bijvoorbeeld de toegangsprijzen) dan omhoog? Rond je antwoord af op hele procenten.
Slide 4 - Question ouverte
4.751 : 17.523 × 100 = 27%
Tessa werkt in Artis als verzorger. Artis heeft niet genoeg opbrengsten om alle kosten te betalen. De overheid betaalt mee, Artis krijgt subsidie (bron).
Waarom kan Artis niet bestaan zonder subsidie?
Slide 5 - Question ouverte
Bijv.: Bij hogere toegangsprijzen komen er minder bezoekers en worden de opbrengsten lager. Artis gaat failliet als zij de kosten niet kan betalen.