Huidaandoeningen 1

Huidaandoeningen 
Hoofdstuk 14
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Huidaandoeningen 
Hoofdstuk 14

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welke 4 micro-organismen zijn er?

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn commensalen?
A
nuttige micro-organismen
B
micro-organismen die ziekte veroorzaken
C
micro-organismen die geen ziekte veroorzaken

Slide 7 - Quiz

Als een pathogeen micro-organisme het lichaam binnendringt spreken we van een 
Wanneer een pathogeen micro-organisme zich in het lichaam kan handhaven en vermeerderen dan heb je een 
Als je ziek wordt onthoudt je lichaam dat. Je maakt                              tegen de micro-organismen aan zodat je niet opnieuw ziek wordt: je wordt   

besmetting
infectie
antistoffen
immuun

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Welke soorten bacteriën zie je op de onderstaande plaatjes?
Kokken of bolvormige bacteriën
Bacillen of spiraalvormige bacteriën
Spirocheten of spiraalvormige bacteriën

Slide 13 - Question de remorquage

Welke bacteriën kunnen zonder zuurstof leven?
A
anaerobe bacteriën
B
aerobe bacteriën

Slide 14 - Quiz

Wat is een aandoening door bacteriën? (2 antwoorden zijn goed)
A
folliculitis (ontstoken haarzakje)
B
hidradenitis (zweetklierabces)
C
verruca (wratten)
D
tinea pedis (voetschimmel)

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Herpes simplex
Verrucae / wratten
Urticaria
Intertrigo
Luis
Schimmelnagel
Schimmel
Parasiet
Allergie
Gist

Slide 20 - Question de remorquage

Kennis ophalen
Wat weten we nog van de vorige les?

Slide 21 - Diapositive

Schimmels zijn eencellig
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Door welke ziekteverwekker wordt zwemmerseczeem veroorzaakt?
A
bacteriën
B
schimmels
C
parasieten
D
virus

Slide 23 - Quiz

Wat betekent dat je immuun bent voor een ziekte?
A
Er zijn onvoldoende antistoffen in het bloed
B
Ziekte nog niet hebt doorgemaakt
C
dat je de ziekte al hebt doorgemaakt en je bloed voldoende antistoffen bevat

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Door welke ziekteverwekker wordt een wrat veroorzaakt?
A
bacteriën
B
schimmels
C
parasieten
D
virus

Slide 28 - Quiz

Bacterie
Virus
Schimmel
heeft een gastheercel nodig
waterwratjes
Antibiotica
Eencellig
zitten in de hoornlaag
Warme vochtige plek

Slide 29 - Question de remorquage

Hoe noem je deze huidaandoening?
A
verruca (wratten)
B
herpes simplex (koortslip)
C
herpes zoster (gordelroos)
D
intertrigo (smetuitslag)

Slide 30 - Quiz

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage