Spelling A1

Voltooid deelwoord
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voltooid deelwoord

Slide 1 - Diapositive

voltooid deelwoord
Je herkent het voltooid deelwoord aan twee dingen:
1. Het is al voltooid = gebeurd
2. Er staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden bij

Er zijn drie manieren om een voltooid deelwoord te schrijven:
1. Het eindigt op -en : Het schip is gezonken, de les is begonnen
2. Het eindigt op een -d : De leerling heeft zich verveeld.
3. Het eindigt op een -t : De leerling werd gepest.
Bij een -d of een -t, kun je het woord langer maken of het kofschip gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Voltooid Deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-
gelopen - gefietst - gemaakt
Een voltooid deelwoord kan ook met be- beginnen
betaald -  begroet - begraven
Een voltooid deelwoord kan ook met ver- beginnen
verrast - verteld - verhuisd
Een voltooid deelwoord kan ook met ont- beginnen
ontdekt - ontwaakt - ontvoerd
Een voltooid deelwoord kan ook met her- beginnen
herdenkt - herplaatst - hersteld

Slide 3 - Diapositive

voltooid deelwoord met -d of -t?

Slide 4 - Diapositive

vd > kies de juiste vorm

Mijn oma is vorige week ...
A
verhuizen
B
verhuisd
C
verhuist

Slide 5 - Quiz

vd > kies de juiste vorm

Wie heeft jou dat ... ?
A
vertellen
B
verteld
C
vertelt

Slide 6 - Quiz

vd > kies de juiste vorm

Ik heb de plantjes in de tuin ...
A
geplant
B
gepland

Slide 7 - Quiz

vd > kies de juiste vorm

Wat is er met jou ... ?
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 8 - Quiz

vd > kies de juiste vorm

Ik heb de toetsweek al helemaal ...
A
geplant
B
gepland

Slide 9 - Quiz

VERKLEINWOORDEN
Verkleinwoorden worden gevormd met -tje, -je, -etje, -pje of -kje.
Let op:
glas-glaasje /  menu-menuutje / lolly- lolly'tje / A4-A4'tje

Slide 10 - Diapositive


ZWAK:
-Zit de laatste letter van de
stam in ’t kofschip?

   ja? : Het voltooid deelwoord eindigt op t.
  nee?: Het voltooid deelwoord eindigt op d.

STERK:
-Je schrijft het woord volgens
de gewone spellingregels




Is  het een sterk of zwak werkwoord?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive