4.3/5.3 lezen: tekstverbanden

4.3 / 5.3

Lezen
Tekstverbanden
Nederlands
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4.3 / 5.3

Lezen
Tekstverbanden
Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet ik wat een tekstverband is.

  • weet ik wat signaalwoorden zijn.

  • kan ik de tekstverbanden chronologie (tijdsvolgorde), reden, opsomming, tegenstelling en concluderend herkennen in een tekst.

Slide 3 - Diapositive

Theorie
Een tekst bestaat uit verschillende alinea's. Die vormen samen weer een geheel, ze staan dus niet zomaar bij elkaar. Dat alles bij elkaar hoort, wordt gevormd door verbanden. Deze verbanden breien de alinea's aan elkaar. Hiervoor heb je verbindingswoorden nodig: ook wel signaalwoorden genoemd.

Slide 4 - Diapositive

Soorten verbanden
Er zijn verschillende soorten tekstverbanden:

- chronologisch (tijdsvolgorde)
- opsommend
- tegenstellend
- reden
- concluderend

Slide 5 - Diapositive

Chronologisch
= volgorde van tijd

Slide 6 - Diapositive

Signaalwoorden:

voordat, nadat, eerst,

daarna, vroeger, toen, later etc.

Slide 7 - Diapositive

chronologisch - voorbeeld
Als je met de Thalys van Amsterdam naar Parijs reist, maak je drie tussenstops: eerst in Rotterdam, dan in Antwerpen en vervolgens in Brussel.

Slide 8 - Diapositive

chronologisch - voorbeeld
Als je met de Thalys van Amsterdam naar Parijs reist, maak je drie tussenstops: eerst in Rotterdam, dan in Antwerpen en vervolgens in Brussel.

Slide 9 - Diapositive

Opsommend

Slide 10 - Diapositive

Signaalwoorden:


ook, verder, bovendien, en, maar ook, ten eerste, als laatste etc.

Slide 11 - Diapositive

opsomming- voorbeeld
Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisie kijken. Ook vind ik het heerlijk een spannend boek te lezen.

Slide 12 - Diapositive

opsomming- voorbeeld
Mijn vrije tijd gebruik ik voor leuke dingen. In de eerste plaats sport ik graag. Verder houd ik van televisiekijken. Ook vind ik het heerlijk een spannend boek te lezen.

Slide 13 - Diapositive

TIP: Je kan er "punten" van maken


In haar vrije tijd doet zij:

- sport

- televisie kijken

- boeken lezen

Slide 14 - Diapositive

Tegenstelling

Slide 15 - Diapositive

Signaalwoorden:

maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds-anderzijds etc.

Slide 16 - Diapositive

tegenstelling - voorbeeld

Op internet zijn veel bedriegers actief, maar de politie doet er veel te weinig aan om ze op te sporen.

Slide 17 - Diapositive

tegenstelling - voorbeeld

Op internet zijn veel bedriegers actief, maar de politie doet er veel te weinig aan om ze op te sporen.

Slide 18 - Diapositive

Reden

Slide 19 - Diapositive

Signaalwoorden:

omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is

Slide 20 - Diapositive

Reden- voorbeeld
Ik lever mijn oude mobiel altijd in, want dat is beter voor het milieu

Slide 21 - Diapositive

Reden- voorbeeld
Ik lever mijn oude mobiel altijd in, want dat is beter voor het milieu

Slide 22 - Diapositive

Concluderend

Slide 23 - Diapositive

Signaalwoorden:

kortom, dus, daarom hieruit volgt

Slide 24 - Diapositive

toelichtend - voorbeeld
Ik houd van buitenlandse gerechten, dus ik hoef geen prakje.

Slide 25 - Diapositive

toelichtend - voorbeeld
Ik houd van buitenlandse gerechten, dus ik hoef geen prakje.

Slide 26 - Diapositive

Even oefenen

Slide 27 - Diapositive

Welk verband herken je in de volgende zin?

Hoewel Marit niet had geleerd voor het examen, haalde ze toch een voldoende.
A
Tegenstelling
B
Tijdsvolgorde
C
Opsomming
D
Concluderend

Slide 28 - Quiz

Welk verband herken je in de volgende zin?

We moeten hoofdstuk 1, 2 en 3 leren. Kortom heel boek 1.

A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsvolgorde
D
Concluderend

Slide 29 - Quiz

Welk verband herken je in de volgende zin?

Mijn broertje wil graag een ijsje, een appeltaart, een glas drinken en een pizza.
A
Tegenstelling
B
Toelichting
C
Opsomming
D
Chronologie

Slide 30 - Quiz

Welk verband herken je in de volgende zin?

Het heeft vannacht enorm gesneeuwd, met als gevolg dat ik de deur vanochtend bijna niet open kreeg.
A
Tegenstelling
B
Reden
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde

Slide 31 - Quiz

Welk verband herken je in de volgende zin?

Eerst ga je naar de kapper en vervolgens ga je nieuwe schoenen kopen.
A
Tijdsvolgorde
B
Tegenstelling
C
Toelichting
D
Opsomming

Slide 32 - Quiz

Evaluatie

Slide 33 - Diapositive

Wat zijn signaalwoorden?

Slide 34 - Question ouverte

Wat is aan de tekstverbanden nog lastig?

Slide 35 - Question ouverte