veelgemaakte fouten schrijven

veelvoorkomende schrijffouten
schrijven 3F
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

veelvoorkomende schrijffouten
schrijven 3F

Slide 1 - Diapositive

Maar eerst...
Arjen Lubach in Meppel

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

De fouten:

leestekens, incongruentie, werkwoorden, aan elkaar of los, streepjes, sommige(n), verwijswoorden, zinnen onjuist begrenzen.

Slide 4 - Diapositive

Waar moet de komma?
Als je niet meedoet ben je al snel ongezellig.
A
Tussen 'meedoet' en 'ben'
B
Tussen 'ben' en 'je'

Slide 5 - Quiz

zet altijd een komma tussen 2 persoonsvormen!

Slide 6 - Diapositive

Geert ging naar huis, en dus pakte hij een taxi.
A
fout, geen komma voor "en"
B
goed.

Slide 7 - Quiz

plaats wel een komma voor:
maar, omdat, doordat, want en tenzij 

Slide 8 - Diapositive

Je werk (veranderen) niet. Vul de juiste vorm in.

Slide 9 - Question ouverte

Flexibilisering heeft als gevolg dat je dezelfde functie houdt.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

In het verleden verwoeste IS een aantal kunstwerken
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

De werkgever (reorganiseren) waardoor van werknemers aanpassing (worden) verwacht.

Slide 12 - Question ouverte

let op komma's en punten

Slide 13 - Diapositive

Wij leven in een vrij land. Terwijl we toch niet mogen zeggen wat we willen.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen

Slide 15 - Quiz

aan elkaar of los?
A
reserveleger
B
reserve leger

Slide 16 - Quiz

Hoe combineer je "over" en "gekwalificeerd"?

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent dit woord?

Slide 18 - Question ouverte

liggend streepje
A
flex-medewerkers
B
flexmedewerkers

Slide 19 - Quiz

liggend streepje
A
18- en 24-jarigen
B
18 en 24-jarigen
C
18- en 24jarigen

Slide 20 - Quiz

Andere denken dat dit niet nodig is. (je bedoelt andere mensen)
A
nee, het moet zijn: anderen
B
De zin is correct.

Slide 21 - Quiz

incongruentie 

(onderwerp en pv moeten hetzelfde getal hebben)

Slide 22 - Diapositive

De verwachtingen van het contact tussen werknemer en werkgever wordt onderschat
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

kampen: de VS ............. met een hoge werkloosheid

Slide 24 - Question ouverte

Waarmee maak jij vaak fouten?

Slide 25 - Question ouverte