Herhalingsles H3D 3-11-2022

WELKOM
H3
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WELKOM
H3

Slide 1 - Diapositive

Programma
Planning komende lessen
Terugblik vorige les
Korte terugblik theorie
Quiz
Oefenopdracht
Afsluiting


Slide 2 - Diapositive

Planning komende lessen
Vandaag: herhaling hoofdstuk 1 

Ma 7-11: herhaling hoofdstuk 2

Do 9-11: Introductie project

Daarna toetsweek

Slide 3 - Diapositive

Terugblik vorige les

Volgende les herhalen hoofdstuk 2

Dan ook: nakijken en controle huiswerk
alle opdrachten plus bouwstenen af

Slide 4 - Diapositive

Theorie hoofdstuk 1
Begroten voor iedereen

Slide 5 - Diapositive

  • Je moet keuzes maken
  • Als je iets kiest kun je het andere niet meer doen
Wat is economie?

Slide 6 - Diapositive

Prinsjesdag 
  • Troonrede 
  • Rijksbegroting 
  • Miljoenennota  

Slide 7 - Diapositive

Inkomsten overheid
  • Directe belastingen = belastingen die worden geheven op inkomens van burgers en bedrijven: loonbelasting, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
  • Indirecte belastingen = belastingen op goederen en diensten (btw, accijns en overige belastingen)
  • Sociale premies = premies voor volks- en werknemersverzekeringen 
  • Winst door bedrijven in bezit van overheid 

Slide 8 - Diapositive

Quiz
Ga naar lessonup.app

Voer de code in
Login met je eigen naam! 

Slide 9 - Diapositive

Welke soorten uitgaven zijn er?
A
Vaste lasten
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Incidentele uitgaven
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

Wat is een begroting?
A
Een factuur
B
Een overzicht van de inkomsten
C
Een overzicht van de inkomsten en uitgaven
D
Een overzicht van de uitgaven

Slide 11 - Quiz

Wat is een sluitende begroting?
A
Als ik meer inkomsten dan uitgaven heb
B
Als ik meer uitgaven dan inkomsten heb
C
Als mijn inkomsten en uitgaven gelijk zijn

Slide 12 - Quiz

Wanneer je van maanden naar weken wilt rekenen moet je ....
A
eerst :12, daarna x52
B
eerst x12, daarna :52
C
eerst :52, daarna x 12
D
eerst x52, daarna :12

Slide 13 - Quiz

Reken de kosten om naar een bedrag per week

Telefoonabonnement €26 per maand = ..... per week
A
€ 5,50
B
€ 6
C
€ 6,50
D
€ 7

Slide 14 - Quiz

Bedragen omrekenen
Kwartaal
Jaar
Week
Maand
Dag
x 4
x 12
x 52
x 365

Slide 15 - Diapositive

Wat staat er in de rijksbegroting?
A
De verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
B
Wie de ministers zijn het komende jaar.
C
Welke keuzes de regering heeft gemaakt
D
De miljoenennota

Slide 16 - Quiz

Op Prinsjesdag krijgen de volksvertegenwoordigers de rijksbegroting.
Kies door wie de rijksbegroting wordt aangeboden
A
De Koning
B
De minister-president
C
De minister van financiën

Slide 17 - Quiz

Wat kan een oorzaak zijn van de verschuiving van de budgetlijn?
A
Zowel de zakken chips als het drinken zijn duurder
B
Het inkomen is gestegen
C
Het inkomen is gedaald
D
De zakken chips zijn duurder geworden

Slide 18 - Quiz

Er zijn 3 productiefactoren, welke is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 19 - Quiz

Wat voor soort uitgave is er afgebeeld?
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Reserveringsuitgaven

Slide 20 - Quiz

Betalen met geld dat op een bankrekening staat is
A
Giraal betalen
B
Contant betalen
C
Chartaal betalen

Slide 21 - Quiz

Winst
Loon
Rente en/of huur
Pacht
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemen

Slide 22 - Question de remorquage

Oefenopdracht
Omgaan met schaarse middelen

Slide 23 - Diapositive

Oefenopdracht
Maken in absolute stilte!

Slide 24 - Diapositive

Theorie hoofdstuk 1
Zijn er nog vragen over de leerdoelen?

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk
Oefenopdracht

Alle opdrachten van hoofdstuk 2 inclusief bouwstenen 
maken en meenemen ter controle volgende les 

Slide 26 - Diapositive

Fijne dag nog!

Slide 27 - Diapositive