3v - les 8 - H3.2 Verwarmen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Sleep op de juiste plek:

Elektrische energie

Warmte

Stralingsenergie

Bewegingsenergie

Hoeveel kJ is 13 MJ?

1. 0,013 kJ
2. 1300 kJ
3. 13000 kJ
4. 13000000 kJ

Welke warmtebronnen ken je?

Leerdoelen

Je kunt uitleggen dat bij energieomzettingen de kwantiteit niet verandert, maar wel de kwaliteit.

Je kunt energieomzettingen weergeven in een energiestroomdiagram.

Je kunt berekenen hoeveel warmte nodig is om een stof in temperatuur te laten stijgen. 

Warmtebron

Een warmtebron zet een bepaalde vorm van energie om in warmte. Warmte is een energievorm.

Energiestroomdiagram

Een energiestroomdiagram geeft aan hoe de ene soort energie wordt omgezet in de andere soort.

De pijlen zijn even hoog want energie gaat nooit verloren!

Weet je nog?

Als er een stroom door een draad loopt, ontstaat er altijd

 (een beetje) warmte. Elektrische energie wordt omgezet in warmte. Dit is energieverlies.

Wet van behoud van energie

Energie blijft behouden: de hoeveelheid (kwantiteit) verandert niet.

De kwaliteit (hoe nuttig de energie is) verandert wel!

Energiestroomdiagram

Soms wordt energie in verschillende soorten omgezet. Hoe meer energie, hoe hoger de pijl.

Warmtemeter / caloriemeter

Als je proeven met warmte wilt doen,

gebruik je een warmtemeter.

Dit is een goed geïsoleerde beker,

zodat er zo min mogelijk

warmte ontsnapt

(Temperatuur, tijd)-diagram

Bij proeven met warmte

maak je vaak een 

(temperatuur, tijd)-diagram.

Een waterkoker van 1500 W doet er 3,5 minuut over om water te laten koken. Bereken hoeveel warmte de waterkoker heeft geproduceerd.

Water verwarmen

Om 1 gram water 1 °C te laten stijgen heb je 4,2 J nodig.

Het maakt niet uit of dat van 10 °C naar 11 °C is. 

Of van 45 °C naar 46 °C.

Voor 2 gram hem je dus 8,4 J nodig.

Bedenk hoeveel energie je nodig hebt om 2 gram water 10 °C te laten stijgen.

Soortelijke warmte

Deze waarde heet de soortelijke warmte. Het symbool is c. 

De soortelijke warmte van water is 4,2 joule per gram per graden Celsius.

In "natuurkunde-taal":  cwater = 4,2 J/(g °C)

Opgenomen warmte berekenen

Bereken hoeveel warmte je nodig hebt om
150 gram water 85 °C te verwarmen. Rond af op kJ.

Aan de slag

Maak van 3.2 opgave 1 t/m 8 

Wat zijn de kenmerken van een ideale energiebron?

1. onuitputtelijk, levert veel energie, milieuvriendelijk en goedkoop
2. onuitputtelijk, altijd beschikbaar, milieuvriendelijk en duur
3. onuitputtelijk, altijd beschikbaar, milieuvriendelijk en goedkoop
4. grote voorraad, altijd beschikbaar, milieuvriendelijk en goedkoop

Wat voor soort energie levert de zon?

1. Bewegingsenergie
2. Chemische energie
3. Warmte
4. Stralingsenergie

Welke energiebronnen kennen jullie nu?

Begrippen uit deze les

• Normaalkracht
• Veerconstante 
• Nulstand
• Uitrekking

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Begrippen uit deze les

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen