SAMENVATTING - Formules GERF ZANP

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Samenvatting

Hoofdstuk 4: Elektriciteit

Felix Gerdes en Paul Zantvoord

1

2

3

4

5

4 stappenplan

1

Wet van Ohm

1

2

3

Wet van Ohm

Formules en eenheden

Vraag. 1

Ik heb een batterij van 9 volt aangesloten op een zaklamp.

Op deze zaklamp heb ik een ampèremeter aangesloten. 

De ampèremeter geeft aan dat er 0.25 Ampère door de meter loopt.

a. Hoeveel spanning staat er op de zaklamp?

b. Hoeveel stroomsterkte loopt er door de lamp?

c. Hoeveel weerstand wekt de lamp op?

Probeer voor jezelf op een papiertje de antwoorden te omschrijven.......

Hint:  Maak een schets/tekening.....

Vraag. 1 uitwerkingen

We schrijven eerst op wat er gegeven is.

Gegeven:

U = 9 V

I = 0.25 A

Gevraagd:

R=........ Ω

Oplossing:

R=          = 9 / 0.25

 R = 36 Ω

​​I​​​​​U​​​​

Vraag 2

Op een koude ochtend probeert meneer Gerdes zijn hippe elektrische skateboard te starten. 

KLIK...... en meer niet. Nog een keertje......Weer......KLIK. De startmotor wil niet rond. Daar staat hij dan, op een normaal skateboard, gadverdamme. 

Hij haalt de multimeter uit zijn zak (die heeft hij altijd bij zich)  en meet de spanning van zijn accu. 

De meter geeft 8 Volt aan.

Hij draait zijn skateboard om en leest op de batterij dat deze een weerstand heeft van 500 Ohm. 

a. Hoeveel stroomsterkte kan de startmotor nu trekken bij deze toestand van de accu?

In normale toestand geeft een accu ongeveer 12,4 Volt

b. Hoeveel stroomsterkte "gebruikt" de startmotor bij een gezonde accu? 

Vraag 2 Uitwerking

a. Gegeven:                      b. Gegeven:

     U =  8 V                               U = 12,4 V

     R = 500 Ω                          R = 500 Ω 

     Gevraagd:                         Gevraagd:

      I = ......A                               I = ......A

     Oplossing:                        Oplossing:

     I = U/R  = 8/500                I = U/R = 12,4/500

     I = 0.016 A                           I = 0.025 A

1

Formules en eenheden

Vraag. 3

Meneer Gerdes heeft een zaklamp. In die zaklamp moeten 2 batterijen in serie aangesloten worden. Één batterij heeft de tekst op de achterkant: '9 Volt'

a. Hoeveel spanning staat er op de zaklamp?

Nadat meneer Gerdes een ampèremeter op de zaklamp heeft gezet, meet hij 0,30 Ampère. 

b. Welke grootheid meet een ampèremeter? 

c. Bereken het vermogen in centiWatt

Vraag. 3 uitwerkingen

a. 2 batterijen in serie ---> 1 batterij = 9 Volt. 2 batterijen is dus 18 Volt.

b. Stroomsterkte of Elektrische stroom

c. 

U = 18 V

I = 0,25 A

P = U x I

P = 18 x 0,30

P = 5,4 W = 540 cW

1

2

Formules en eenheden

Vraag. 4

In plaats van een zaklamp hebben we dit keer een lamp die bij meneer Gerdes thuis staat. (Mooi huis daar). 

Meneer Gerdes heeft een lamp gekocht omdat hij het handschrift van zijn leerlingen in het huidig licht niet kan lezen. De lamp, die een spanning verbruikt van 12 volt en een weerstand heeft van 30 Ω, mag volgens meneer Gerdes' partner niet meer kosten dan 3 euro per week. 

Meneer Gerdes houdt het lampje 8 uur per dag aan. 

1 kWh kost ongeveer 0,25 euro. 

Leg uit of meneer Gerdes zijn partner tevreden houdt (Als je kijkt naar de kosten van het lampje)

Vraag 4 uitwerking

dus minder dan 3 euro!