H3G 11-02-2021 CH3I

H3G ~ français ~ 11-02-2021

Le saviez-vous?

Valentijnsdag heet in Frankrijk La Saint-Valentin. Dit wordt gevierd op 14 februari en is het moment om je (geheime) liefde te verrassen met bloemen, chocola of een kaart. 
Je t’aime! Je t’adore! Je suis amoureux/amoureuse de toi! 
Tu es mon Valentin! Tu es ma Valentine!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H3G ~ français ~ 11-02-2021

Le saviez-vous?

Valentijnsdag heet in Frankrijk La Saint-Valentin. Dit wordt gevierd op 14 februari en is het moment om je (geheime) liefde te verrassen met bloemen, chocola of een kaart. 
Je t’aime! Je t’adore! Je suis amoureux/amoureuse de toi! 
Tu es mon Valentin! Tu es ma Valentine!

Slide 1 - Diapositive

Doelen vorige lessen

  • ... kun je een gesprek over schoolvakken begrijpen.


  • ... ken je woorden die daarmee te maken hebben.

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze les...

  • ... kun je op 3 manieren een vraag stellen zonder vraagwoord.

  • ... kun je op 3 manieren een vraag stellen met vraagwoord.

  • ... weet je wanneer je quel, quelle, quels en quelles gebruikt.

Slide 3 - Diapositive

Devoirs pour le 12-02-2021


  • Faire: exercices 31 t/m 33 (p. 114-117 / Chapitre 3 I)

  • Apprendre: grammaire I poser une question

  • Réviser: grammaire C le futur simple + futur proche 
    voca A + B

Slide 4 - Diapositive

Le programme
  • Uitleg "poser une question"

  • Zelfstandig werken 

Slide 5 - Diapositive

Poser une question
Zonder vraagwoord (wie, wat, waar, etc.)
1. Gewone zin + vraagteken     
Vous parlez français?
2. Est-ce que + gewone zin     
Est-ce que vous parlez français?
3. Inversie     
Parlez-vous français?

Slide 6 - Diapositive

Poser une question
Met vraagwoord (wie, wat, waar, etc.)
1. Vraagwoord + est-ce que + gewone zin
Pourquoi est-ce que vous parlez français?
2. Gewone zin + vraagwoord (voor- of achteraan)
Pourquoi vous parlez français? / Vous parlez français pourquoi?
3. Vraagwoord + inversie
Pourquoi parlez-vous français?

Slide 7 - Diapositive

Poser une question
Het vraagwoord quel (= welke / wat)

mannelijk enkelvoud: quel
vrouwelijk enkelvoud: quelle
mannelijk meervoud: quels
vrouwelijk meervoud: quelles

Slide 8 - Diapositive

Poser une question
Let op! Inversie kan alleen met persoonlijk voornaamwoord

Vous parlez français. -> Parlez-vous français?
Pierre parle français. -> Parle-Pierre français?
Le copain parle français. -> Parle-le copain français?

Slide 9 - Diapositive

Le programme
  • "Uitleg poser une question"

  • Zelfstandig werken tot 12.40 uur
    1. Faire: exercices 31 t/m 33 (p. 114-117 / Chapitre 3 I)

    2. Apprendre: grammaire I poser une question 
    3. Réviser: grammaire C le futur simple + futur proche et voca A + B

Slide 10 - Diapositive

Aan het einde van deze les...

  • ... kun je op 3 manieren een vraag stellen zonder vraagwoord.


  • ... kun je op 3 manieren een vraag stellen met vraagwoord.


  • ... weet je wanneer je quel, quelle, quels en quelles gebruikt.

Slide 11 - Diapositive