23/24 4.1 stroomkring 2KT

Welkom! 
Meld je aan bij lesson-up met je google account.
Meld je aan bij lesson-up met je google account.
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Meld je aan bij lesson-up met je google account.
Meld je aan bij lesson-up met je google account.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • Opstarten (5 min)
  • Terugblikken energie-omzettingen (5 min)
  • Uitleg stroomkring (15 min)
  • Opdrachten 4.1 (15 min)
  • Afsluiten (10 min)

Slide 2 - Diapositive

Terugblikken
5 minuten

Slide 3 - Diapositive

De vorige les kon jij...

... 5 vormen van energie opnoemen en uitleggen wat deze energievormen betekenen.

... in verschillende voorbeelden aangeven welke energie-omzetting plaats vindt.

... uitleggen wat de wet van behoud van energie betekend.

Slide 4 - Diapositive

Wat is GEEN energievorm?
A
Bewegingsenergie
B
Elektrische energie
C
Licht
D
Groene energie

Slide 5 - Quiz

Welke vijf energievormen zijn er?
A
licht, chemische energie, warmte, energie, beweging
B
chemische energie, warmte, elektriciteit, licht, stroom
C
chemische energie, licht, beweging, elektriciteit, zonlicht
D
warmte, licht, chemische energie, beweging, elektriciteit

Slide 6 - Quiz

Wat is de wet van behoud van energie?
A
Er komt nooit energie bij maar er verdwijnt energie
B
Er komt altijd energie bij maar er verdwijnt nooit energie
C
Er komt nooit energie bij en er verdwijnt ook nooit energie
D
Er komt energie bij en er verdwijnt ook energie

Slide 7 - Quiz

Welke energie-omzetting heb je in een zonnepaneel?
A
chemische energie --> licht
B
Kern-energie ---> elektrische energie
C
licht --->elektrische energie
D
licht---> warmte

Slide 8 - Quiz

Welke energie-omzetting heb je in een gasbrander?
A
chemische energie → elektrische energie
B
bewegingsenergie → chemische energie
C
elektrische energie → warmte + licht
D
chemische energie → warmte + licht

Slide 9 - Quiz

Uitleg
15 minuten

Slide 10 - Diapositive

Aan het eind van deze les kan jij...

... uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn en daar voorbeelden van geven.

... uitleggen wat stroom is.

... uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.

... uiteggen hoe je stroom meet.

... ampère en milliampère in elkaar omrekenen.



Slide 11 - Diapositive

Geleider en isolator
Vorig jaar heb je al geleerd wat een geleider en een isolator is.
Wie weet het nog?

  • Een geleider laat wel stroom door.
  • Een isolator laat geen stroom door.

Slide 12 - Diapositive

Geleider of isolator?
Steen
A
geleider
B
isolator

Slide 13 - Quiz

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 14 - Quiz

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 15 - Quiz

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 16 - Quiz

Geleider of isolator?
A
geleider
B
isolator

Slide 17 - Quiz

Wat is stroom?
  • Bewegende lading

  • Stroom gaat altijd in een kring: gesloten stroomkring.

  • Stroom loopt altijd van min naar plus

Slide 18 - Diapositive

Wat is stroom?
A
Hoeveelheid energie
B
Hoeveel lading er beweegt
C
Hoeveel lading een voorwerp heeft
D
De hoeveelheid elektrische energie

Slide 19 - Quiz

Wat is een stroomkring?
A
een gesloten kring van geleidende draden met een spanningsbron en een apparaat dat energie verbruikt
B
Een kring met een lamp en een schakelaar
C
een gesloten kring van geleidende draden met een schakelaar
D
een gesloten kring van geleidende draden met een lamp

Slide 20 - Quiz

Als een stroomkring wordt gesloten gaan de lampjes in de stroomkring aan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Een stroom loopt van + naar -
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Stroom meten
Met een stroommeter kun je meten hoe groot de stroom door een stroomkring is. 

Je meet de stroomsterkte. Hoe meer lading er voorbij komt, hoe groter de stroomsterkte.

De stroomsterkte meet je in ampère.

Slide 23 - Diapositive

Wat is een stroommeter?
A
Een apparaat dat de stroom door geleid
B
Een apparaat dat de sterkte van de stroom meet
C
Een apparaat dat de meters van de stroom meet
D
Een apparaat dat de stroom isoleert

Slide 24 - Quiz

Wat meet een stroommeter?
A
Vermogen
B
Spanning
C
Stroomsterkte
D
Afstand

Slide 25 - Quiz

Wat is de eenheid van de stroomsterkte?
A
Volt
B
Ampère
C
Meter
D
Watt

Slide 26 - Quiz

Wat is een andere naam voor stroommeter?
A
Ampèremeter
B
Voltmeter
C
Energiemeter

Slide 27 - Quiz

Omreken stroomsterkte
De stroomsterkte meet je in ampère of milliampère.
Die kan je net als bij meter en millimeter in elkaar omrekenen.

1 A = 1000 mA
1 mA = 0,001 A

Voorbeeld     a) 3 A = .....mA         b) 200 mA =....A

Slide 28 - Diapositive

Omrekenen van ampere
100mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A

Slide 29 - Quiz

Reken om:
17 milli Ampere = ... Ampere
A
17 A
B
1,7 A
C
0,17 A
D
0,017 A

Slide 30 - Quiz

Omrekenen van ampere
10mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A

Slide 31 - Quiz

Zelfstandig werken
15 minuten

Ga naar: 
magister → leermiddelen → nova → hoofdstuk 4 → 4.1

Maak opdracht 1 t/m 15

Slide 32 - Diapositive

Les afsluiten
10 minuten

Slide 33 - Diapositive

Jij kan...
... uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn en daar voorbeelden van geven.

... uitleggen wat stroom is.

... uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.

... uitleggen hoe je stroom meet.

... ampère en milliampère in elkaar omrekenen.



Slide 34 - Diapositive

Ik kan uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn en daar voorbeelden van geven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Ik kan uitleggen wat stroom is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Ik kan uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage

Ik kan uitleggen hoe je stroom meet.
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage

Ik kan ampère en milliampère in elkaar omrekenen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Sondage