L'adverbe / Het bijwoord

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Le but: Aan het einde van deze les, ken je het verschil tussen het bijvoeglijk naamwoord en het bijwoord
en weet je hoe je een bijwoord vormt in het Frans.

Aujourd'hui:
- Uitleg over het bijvoeglijk nw en bijwoord.

Ensuite:
De oefen

Slide 2 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
- Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
- Wat is de regel?
- Welke bijzondere gevallen zijn er?
- Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?


Slide 3 - Diapositive

Een bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over...

Slide 4 - Carte mentale

Het bijvoeglijk naamwoord
- Wat is de regel?

- Welke bijzondere gevallen zijn er?
- Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?


Slide 5 - Diapositive

(interessant = intéressant)
C'est un .............. film ...............
A
un film intéressant
B
un intéressant film
C
un film intéressante
D
un intéressante film

Slide 6 - Quiz

(sportief = sportif)
Ce sont des ...............garçons ...............
A
des garçons sportif
B
des sportifs garçons
C
des garçons sportifs
D
de garçons sportives

Slide 7 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord
- Wat is de regel?
- Welke bijzondere gevallen zijn er?
beau/belle, vieux/vieille, nouveau/nouvelle, bon/bonne
- Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?


Slide 8 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
- Wat is de regel?
- Welke bijzondere gevallen zijn er?
- Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord?
Altijd achter het zn behalve de woorden die in dit lied voorkomen.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat is het verschil?
Il skie bien.
C'est un bon skieur.
Tekst

Slide 11 - Question ouverte

een bijwoord zegt iets van: 
 
1. een bijvoeglijk naamwoord
2. een werkwoord
3. een ander bijwoord
4. een hele zin

Slide 12 - Diapositive

In het Nederlands is er geen aparte vorm voor het bijwoord:

Dat is een goed boek. --> bijvoeglijk naamwoord

Hij zingt goed. --> bijwoord

Slide 13 - Diapositive

Het bijwoord

Slide 14 - Diapositive

Onregelmatige vormen

Onderstaande bijvoeglijk naamwoorden hebben een onregelmatige vorm voor het bijwoord:

Bijv.Nw                - Bijwoord                                  - Vertaling bijwoord

bon                           bien                                                goed, lekker

meilleur                  mieux                                             beter, lekkerder

mauvais                  mal                                                  slecht

long                          longtemps/longuement        lang

rapide                      vite/ rapidement                        snel

Slide 15 - Diapositive

Aantekening
Pak jouw schrift of document waar alle aantekeningen in staan.

Slide 16 - Diapositive

Paul est activement recherché
Malheureusement, nous ne pouvons pas aller en vacances
Elle a très mal joué
Sophie est vraiment fatiguée
Joseph est un garçon super sympa!

Slide 17 - Question de remorquage

extrêmement, typiquement, vraiment, heureusement...
Hoe maak je een bijwoord in het Frans?

Slide 18 - Carte mentale

Wat is het bijwoord van "sportif"
A
sportifment
B
sportifement
C
sportivement
D
sportivment

Slide 19 - Quiz

Goed of fout?
Il parle poliment
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Goed of fout?
Je parle bon français
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

Goed of fout?
Il roule lentment
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Goed of fout?
C'est un bon chanteur.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Goed of fout?
il joue mal.
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

Welk woord is géén bijwoord?
A
rapidement
B
bien
C
gratuit
D
longtemps

Slide 25 - Quiz

Maak van "doux" een bijwoord.
A
douce
B
douxment
C
doucement
D
douxement

Slide 26 - Quiz

Wat is het bijwoord van bon?
A
bien
B
bonnement
C
bonment
D
bienment

Slide 27 - Quiz

Si tu travailles ………………….., tu vas avoir une bonne note. ​

A
mieux
B
meilleur
C
bon
D
bonne

Slide 28 - Quiz

Questions?

Slide 29 - Diapositive

De oefentoets

Slide 30 - Diapositive