Hoofdzin en bijzin deel 2

• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welke combinatie kan niet?

1. Hoofdzin + bijzin
2. Hoofdzin + hoofdzin
3. bijzin + bijzin
4. Bijzin + hoofdzin

Wat is belangrijk?

Hoe vind ik de persoonsvorm? 

 

Ik loop naar school 

Ik ging met al mijn vrienden chillen. 

 

Hoe vind ik het onderwerp? 

 

Ik loop naar school 

Ik ging met al mijn vrienden chillen. 

Voorbeelden

Leroy zakte door het ijs, omdat het nog te dun was. 

 

Hoofdzin + Bijzin 

 

 

Pim stond nog op het perron, terwijl wij al in de trein zaten. 

 

Hoofdzin + bijzin 

- en 

- of 

- maar

- want

Hoofdzin + hoofdzin

- nadat

- omdat

- wat

- waarom

- daarom

Hoofdzin + Bijzin

Toen ik zijn fiets pakte, ben ik een keer heel boos geworden

1. Hoofdzin + bijzin
2. Bijzin + hoofdzin
3. Hoofdzin + hoofdzin
4. bijzin + bijzin

De fiets werd gejat, omdat hij niet op slot stond.

1. Hoofdzin + bijzin
2. bijzin + hoofdzin
3. hoofdzin + hoofdzin
4. bijzin + bijzin

De hond kwam op tijd, maar het baasje was er nog niet.

1. Hoofdzin + bijzin
2. Bijzin + hoofdzin
3. Hoofdzin + hoofdzin
4. bijzin + bijzin

Ik hou van kerst omdat het dan altijd zo gezellig is.

1. Hoofdzin + bijzin
2. Bijzin + hoofdzin
3. Hoofdzin + hoofdzin
4. bijzin + bijzin

Welke combinatie hoort bij het voegwoord: En

1. HZ + HZ
2. BZ + HZ
3. HZ + BZ
4. BZ + BZ

Welke combinatie hoort bij het voegwoord: Maar

1. HZ + HZ
2. BZ + BZ
3. BZ + HZ
4. BZ + BZ