1.5 rekenvolgorde

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Welkom bij wiskunde! 

De les begint bijna...

Planning

• Lesdoelen
• Vorige les herhalen
• Uitleg les 1.5 Volgorde van berekenen (rekenvolgorde(
• Afsluiten

Doelen van de les

Aan het einde van deze les:

• Weet je dat je bij optellen en vermenigvuldigen getallen van plaats mag verwisselen.
• Kan je de volgorde van bewerken goed toepassen.

De vorige lessen :

• positieve en negatieve getallen
• kwadraat en kwadrateren
• wortels en wortel berekenen

Sleep de uitkomsten naar de juiste plek!

X kan ieder getal zijn het gaat om de plus en de min.

−x

+x

−x

+x

x

x

x

x

−x

=

−x

=

+x

+x

=

=

Sleep de antwoorden  naar de juiste plaats.

3​2​​

7​2​​

12​2​​

8​2​​

=

=

=

=

9​2​​

11​2​​

5​2​​

13​2​​

=

=

=

=

81

144

169

49

64

25

121

9

Wat is het kwadraat van -6?

1. 36
2. -36

Wat weet je nog van wortel trekken?

wortel van 196

1. 13
2. 12
3. 14
4. 15

Les 1.5

• bij + de getallen wisselen
• bij x de getallen wisselen

Theorie

Getallen wisselen

bij sommen met + mag je de getallen verwisselen.

7 + 2 = 9

2 + 7 =9

2 + 6 + 8 = 16

8 + 2 + 6 = 16

6 + 8 + 2 = 16

enz. 

enz.

Getallen wisselen

bij sommen met x mag je de getallen verwisselen.

7 x 2 = 14

2 x 7 =14

2 x 6 x 8 = 96

8 x 2 x 6 = 96

6 x 8 x 2 = 96

enz. 

enz.

Mag je de getallen van de - sommen
en de : sommen ook verwisselen?

Bij - en : mag je de getallen niet verwisselen

Bij - krijg je namelijk een ander antwoord.

6 - 3 = 3

3 - 6 = -3

dat is een verschil van 6

het zelfde geld voor : 

6 : 3 = 2

3 : 6 =0,5

Rekenvolgorde: 

Als er meerdere bewerkingen zoals : +, -, x en : in 1 som staan, dan houd je je altijd aan de rekenvolgorde:

1. haakjes
2. kwadraat en wortel
3. keer en delen door
4. plus en min.

Als er gelijke bewerkingen zijn, ga je van links naar rechts.

sleep de bewerkingen naar de juiste plek van de volgorde trap.

(     )

x

:

+

-

x

welke som is correct opgelost?

2 + 3 x 5 =25

2 + 3 x 5 =17

5 + 4 x 2 =13

5 + 4 x 2 =18

5 x 4 + 2 =22

5 x 4 + 4 =40

Aan het werk

• Maken:  1.5 opdrachten 42 t/m 49
  

Klaar?

- Maak ook O43, O47, U9 en U10 van blz. 29.

- Je mag zelf de opdrachten nakijken.

- Maak de Test jezelf opdrachten