Thema 5 - basisstof 4.1 - het zenuwstelsel

Welk deel van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Hoornvlies
B
Lens
C
Wenkbrauwen
D
Wimpers
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welk deel van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Hoornvlies
B
Lens
C
Wenkbrauwen
D
Wimpers

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de blinde vlek...
A
Zijn geen zintuigcellen
B
Zijn de meeste prikkels
C
Zijn de meeste zintuigcellen
D
Zijn de meeste zenuwen

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

... is een opening in de iris.
A
Regenboogvlies
B
Lens
C
Glasachtig lichaam
D
Pupil

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het buitenste vlies van je oog, die je oog beschermt?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
Het netvlies.
C
Het vaatvlies.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan vijf delen van het oog van de mens. Door welke van de genoemde delen gaan de lichtstralen achtereenvolgens voordat ze impulsen in het oog kunnen veroorzaken?
netvlies
lens
hoornvlies
pupil
glasachtig lichaam

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel

Ik kan de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
Ik kan de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
Ik kan de reflexboog beschrijven

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel
De bouw van het zenuwstelsel
  • Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg
  • Zenuwen verbinden CZ met alle lichaamsdelen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel
De werking van het zenuwstelsel
  • Impulsen worden naar de hersenen geleid
  • Impulsen worden verwerkt in de hersenen: je wordt je bewust van de prikkel
  • Hersenen kunnen impulsen afgeven aan spieren en klieren

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel
Zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Zenuwcel: cellichaam en uitlopers

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel
Zenuwcellen
  • Cellichaam: celkern, ligt in of vlakbij CZ
  • Uitlopers geleiden impulsen van of naar cellichaam
  • Uitlopers kunnen heel lang zijn!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel
Zenuwen
Uitlopers liggen samen in een zenuw met een dun laagje tussen de uitlopers

Uitlopers kunnen tegelijk impulsen geleiden


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel
Zenuwen
  • Delen van hoofd en hals zijn direct verbonden met de hersenen
  • Romp en ledematen zijn door zenuwen in het ruggenmerg verbonden met de hersenen
  • Ruggenmerg is omgeven door wervels

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen?
Maak opdracht 1, 2, 3, 7 en 8

timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Over de hersenen zeggen twee leerlingen het volgende.
Wesley: 'De hersenen zijn gevoelig voor prikkels.'
Tim: 'In de hersenen word je je van de waarneming bewust.'
Wie heeft gelijk?
A
Wesley
B
Tim
C
Wesley en Tim
D
Geen van beide

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hierna staan twee functies genoemd:
1. het waarnemen van prikkels;
2. het verwerken van seintjes, afkomstig van zintuigen.
Welk(e) van deze functies wordt/worden vervuld door het zenuwstelsel?
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
1 en 2

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel
Reflex
  • Impulsen gaan niet via de hersenen
  • Vaste, snelle, onbewuste reactie op een prikkel
  • Weg die impulsen afleggen noemen we de reflexboog

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een reflex loopt via….
A
De kleine hersenen
B
De grote hersenen
C
De hersenstam
D
Het ruggenmerg

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er gaan impulsen door de gehoorzenuw naar de hersenen.
Je pakt je telefoon op
Je telefoon gaat
Je zintuigen in je oren worden geprikkeld
er gaan impulsen van hersenen naar je spieren in je arm
Je hoort je telefoon en besluit je telefoon te pakken.

Slide 21 - Question de remorquage

Puntenverdeling
6/6: 2 punten
4/6: 1 punt
Minder dan 4: 0 punten

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje voelt dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen.

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ruikt iets lekkers en besluit de deksel van de pan op te tillen.
Zet de woorden in de juiste volgorde.
Ruggenmerg
Ruggenmerg
Spiercel
Bewustwording
Zintuigcel
Hersenen
Impulsen in zenuwen
Impulsen in zenuwen
Prikkel

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige reacties moeten zo snel dat het signaal niet eerst langs de hersenen gaat. Dit noemen we reflexen. Geef de juiste route voor de impuls bij een reflexboog. 
Schakelcel
Zintuigcel
Bewegings-zenuwcel
Gevoels-zenuwcel
Spiercel

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

B4: Het zenuwstelsel

Ik kan de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven
Ik kan de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven
Ik kan de reflexboog beschrijven

Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 7
Ondersteuning: 5, 6,
Verdieping: 8, 9

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions