Diagnostische toets subjonctif et gérondif
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Situaties waarbij je subjonctif moet gebruiken?
Slide 2 - Carte mentale
Gebruik van de subjonctif:
il faut qu'on ..............un truc ensemble
il faut qu'on ..............un truc ensemble
A
fasses
B
fas
C
fait
D
fasse
Slide 3 - Quiz
Il faut que je m'en (aller)
Vul de juiste vorm in van de subjonctif aller
Vul de juiste vorm in van de subjonctif aller
Slide 4 - Question ouverte
Nadège fait tout pour que la famille .... heureuse.
Vul de juiste vorm van de subjonctif van être in :
Vul de juiste vorm van de subjonctif van être in :
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Bedenk een gerondifzin bij dit plaatje en het ' ww rentrer' en ' la maison' .
Slide 9 - Question ouverte
Bedenk een gérondifzin met deze twee plaatjes en de ww boire/regarder.
Slide 10 - Question ouverte
Pendant qu'elle se promenait dans le parc, elle a rencontré sa nièce.
Maak hier een gerondifzin van.
Maak hier een gerondifzin van.
Slide 11 - Question ouverte
Si tu suis mes conseils, tu réussiras le bac.
Maak hier een gerondifzin van.
Maak hier een gerondifzin van.
