1TH Woordenschat H3 & werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Welkom 1B!

Deze les...

- Voorlezen 

- Herhaling werkwoordspelling 

- Oefening werkwoordspelling

- Kahoot Woordenschat H3

- Zelfstandig werkwoordspelling oefenen

- Zo nodig Woordenschat H3 afmaken

Voorlezen

Marion van de Coolwijk:

 'Ademnood'

Lesdoel:

Kennismaken met een nieuw boek

Werkwoordspelling

Lesdoelen:

- Ik kan de pvtt correct schrijven.

- Ik kan de pvvt correct schrijven.

- Ik kan het voltooid deelwoord correct schrijven.

Werkwoordspelling: pvtt

De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd 

kun je op drie manieren schrijven:

1. ik-vorm: als het ow 'ik' is of als 'je'/'jij' achter de pv staat

2. ik-vorm+t: bij andere ow's die enkelvoud zijn

3. wij-vorm: als het ow meervoud is

Werkwoordspelling: pvtt

1. Marit ... (onthouden) de woordjes voor Frans zonder er veel moeite voor te doen.

2. Mijn tante ... (breien) iedere winter een warme trui voor haar man.

3. Jan ... (verzinnen) altijd grappige smoesjes.

4. Later ... (worden) ik buschauffeur.

Werkwoordspelling: pvvt

Bepaal eerst of een werkwoord zwak of sterk is.

Zwak? >> Schrijf ik-vorm+de(n) of ik-vorm+te(n)

Sterk? >> Schrijf het woord zoals je het hoort

Let op: verleden tijd eindigt nooit op -dt!

Let op: de meervoudsvorm eindigt altijd op een 'n'!

Werkwoordspelling: pvvt

1. Marlies ... (praten) steeds door de film heen.

2. De bouwvakkers ... (werken) tot laat in de middag.

3. Dat ... (hebben) je niet gedacht, hè?

4. Joël ... (brengen) zijn kleine zusje elke dag naar school.

Werkwoordspelling: vd

Het voltooid deelwoord eindigt vaak op -d of -t.

Maak het woord langer en luister om te bepalen wat de laatste letter is.

Let op: het voltooid deelwoord eindigt nooit op -dt!

Werkwoordspelling: vd

1. Onze aardrijkskundedocent heeft weer een spannend verhaal ... (vertellen).

2. Als ik het niet had gezien, had ik het nooit ... (geloven).

3. Gisteren zijn Lisa's buren ... (verhuizen).

4. Heeft de politie de inbreker uiteindelijk ... (oppakken)?

Werkwoordspelling: pvtt

1. Marit onthoudt (onthouden) de woordjes voor Frans zonder er veel moeite voor te doen.

2. Mijn tante breit (breien) iedere winter een warme trui voor haar man.

3. Jan verzint (verzinnen) altijd grappige smoesjes.

4. Later word (worden) ik buschauffeur.

Werkwoordspelling: pvvt

1. Marlies praatte (praten) steeds door de film heen.

2. De bouwvakkers werkten (werken) tot laat in de middag.

3. Dat had (hebben) je niet gedacht, hè?

4. Joël bracht (brengen) zijn kleine zusje elke dag naar school.

Werkwoordspelling: vd

1. Onze aardrijkskundedocent heeft weer een spannend verhaal verteld (vertellen).

2. Als ik het niet had gezien, had ik het nooit geloofd (geloven).

3. Gisteren zijn Lisa's buren verhuisd (verhuizen).

4. Heeft de politie de inbreker uiteindelijk opgepakt (oppakken)?

Kahoot Woordenschat H3

Log in met je eigen naam

Lesdoel:

Controleren of je de begrippen van 

Woordenschat H3 kent

Aan de slag!

- Oefen werkwoordspelling

H3, H4, H5 en H6 door de

opdrachten onder 'trainen'

te maken.

- Maak zo nodig 

Woordenschat H3 af.