Imparfait (receptief)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

L'imparfait = De onvoltooid verleden tijd

Lesdoelen:

• Aan het einde van de les kunnen we de imparfait herkennen
• Aan het einde van de les kunnen we werkwoorden in de imparfait zetten

L'imparfait

Wanneer gebruik je de imparfait ??

Je gebruikt de imparfait om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden.

Voorbeelden:

C'était un beau film = Het was een mooie film

Elle avait déjà des fans = Zij had al fans

Let op: Je kende al een verleden tijd, namelijk de passé composé.

Deze vorm je echter met een hulpwerkwoord. Dus

Ik heb gepraat= passé composé

Ik praatte= imparfait

Snap je?

Comment formes-tu l' imparfait?

Als startpunt neem je de nous vorm van de Présent. Daar haal je 'ons' vanaf en zet je de juiste uitgangen achter.

Voorbeeld:

Bij het werkwoord parler is de nous-vorm:

Nous parlons

-ons eraf--> parl-

Daarachter plak je de volgende uitgangen:

Je parl - ais

Tu parl - ais

Il / Elle / On parl - ait

Nous parl - ions

Vous parl - iez

Ils / Elles parl - aient

Enkele onregelmatige werkwoorden in de imparfait

Hoe zet ik een werkwoord in de imparfait ???

Wat is de juiste vorm ??
Il (aimer) ..... le chat

1. aimais
2. aimait
3. aimaient
4. aime

Wat is de juiste vorm ??
Nous (être) ... heureux

1. étions
2. étiez
3. étaient
4. étais

Wat is de juiste vorm ?
Je (regarder) ... un beau film

1. regarde
2. regardais
3. regardait
4. regardions

Wat is de juiste vorm ??
Vous (avoir) ... un chien

1. avait
2. avions
3. aviez
4. avaient

Wat is de juiste vorm ??
Tu (faire) ... tes devoirs

1. faisait
2. faisiez
3. faisions
4. faisais

Les devoirs:

Apprendre 2 leren

Faire: Exercices 5 en 6A+B