Grammatica M3: Present simple vs. Present continuous

Present simple 
vs. Present continuous
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Present simple 
vs. Present continuous

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan een Present simple maken
  • Ik kan een Present continuous maken
  • Ik kan in een zin herkennen of ik een Present simple of een Present continuous moet gebruiken en ik kan deze vorm vervolgens toepassen

Slide 2 - Diapositive

Present simple

Onderwerp + heel werkwoord (+S bij he/she/it)

I work, you dance, she eats, we sing, they write

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Spellingsregels
Werkwoord dat eindigt op een -s klank (bv. to kiss)
Hele werkwoord + es (bij he/she/it)
She kisses
Werkwoord dat eindigt op een -o 
(bv. to do)
Hele werkwoord + es (bij he/she/it)
He does
Werkwoord dat eindigt op een medeklinker + y (bv. to cry)
Hele werkwoord + ies (bij he/she/it)
She cries
Overige werkwoorden
Hele werkwoord + s (bij he/she/it)

Slide 5 - Diapositive

Present simple
Een ontkenning bij de Present simple
 maak je op de volgende manier: 

Onderwerp + don't/doesn't + hele werkwoord

I / You / We / They                                   He / She / It
 

Slide 6 - Diapositive

Present simple
Een ontkenning bij de Present simple
 maak je op de volgende manier: 

Onderwerp + don't/doesn't + hele werkwoord

He doesn't speak, We don't listen, I don't read
 

Slide 7 - Diapositive

Present simple
Een vraag bij de Present simple
 maak je op de volgende manier: 

Do/Does + onderwerp + hele werkwoord

I / You / We / They                            He / She / It
 

Slide 8 - Diapositive

Present simple
Een vraag bij de Present simple
 maak je op de volgende manier: 

Do/Does + onderwerp + hele werkwoord

Does he speak? Do we listen? Do I read?
 

Slide 9 - Diapositive

'To be'
Vragen en ontkenningen bij het werkwoord 
'to be' maak je op de volgende manier:
I am not
You are not
He/she/it is not
We are not
You are not
They are not

Am I?
Are you?
Is he/she/it?
Are we?
Are you?
Are they?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Present continuous
Onderwerp + vorm van 'to be' + werkwoord + ing
am
are
is

I am speaking, you are writing, she is working

Slide 12 - Diapositive

Spellingsregels
Werkwoord dat eindigt op een stomme -e (bv. to come)
De -e valt weg als je er -ing achter plakt
coming
Werkwoord van één lettergreep met een korte klinker voor de medeklinker (bv. to stop)
De medeklinker wordt verdubbeld als je er -ing achter plakt
stopping
Werkwoord dat eindigt op een -L
(bv. to travel)
De -L wordt verdubbeld als je er -ing achter plakt
travelling
Werkwoord dat eindigt op -ie 
(bv. to lie)
De -ie verandert naar -y
lying

Slide 13 - Diapositive

Vragen - Ontkenningen

I am not speaking / Am I speaking?
You are not writing / Are you writing?
She is not working / Is she working?
We are not listening / Are we listening?
You are not walking / Are you walking?
They are not dancing / Are they dancing?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wanneer gebruik je welke tijd?

De Present simple gebruik je bij feiten en gewoontes
Signaalwoorden: always, often, frequently, normally, usually, never, every ...

De Present continuous gebruik je bij dingen die nu aan de gang zijn
Signaalwoorden: right now, now, at the moment

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
Vul een Present simple of Present continuous in. 
Schrijf de hele zin op

Slide 17 - Diapositive

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (to leave) the house.

Slide 18 - Question ouverte

Present Simple or Continuous?
She usually ___ (to walk) to school.

Slide 19 - Question ouverte

Present Simple or Present Continuous?
Ronald ___ (to put) food in the oven right now.

Slide 20 - Question ouverte

Present Simple or Present Continuous?
My dad ___ (not work) in the office every day.

Slide 21 - Question ouverte

Present Simple or Present Continuous?
My dad ___ (to solve) a crossword puzzle at the moment.

Slide 22 - Question ouverte

Extra websites om te oefenen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Lien

Slide 26 - Lien