Financiële educatie: Geld lenen, lessenserie nummer 1

Geld lenen
Klas 5C 
Economie 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare school

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Geld lenen
Klas 5C 
Economie 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen? 
--> Terugblik & uitleg (10 min); 
--> Test & bespreken test (15 min); 
--> Aan de slag met stellingen (25 min); 
--> Afsluiting (5 min). 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lenen

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
--> Je kunt na deze les uitleggen wat geld lenen betekent. 
--> Je weet na deze les welke geldtype je bent. 
--> Je kunt na deze les bij elke geldtype twee voordelen en nadelen te benoemen. 
--> Je kunt na deze les twee alternatieven te benoemen op geld lenen. 
--> Je kunt na deze les een onderbouwde argumentatie geven op de vraag of je zou lenen of niet.  

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Geldtypes 
1. Superspaarder
2. Rekenmaster
3. Geld-chaoot 
4. Big spender 

Slide 6 - Diapositive

Klassikaal benadrukken wat elke geldtype nu betekent met behulp van de antwoorden van de leerlingen. 
Benoem van elke geldtype twee voordelen en twee nadelen. Een groepslid moet dit hierin noteren.

Slide 7 - Question ouverte

Apart op het whitebord even de 4 geldtypes neerzetten. 

Benoem van je eigen geldtype zelfstandig twee voordelen en twee nadelen.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Wat? Je krijgt een blad met daarop stellingen. Je gaat eerst discussiëren over de stellingen. Daarna schrijf je bij elke stelling je eigen onderbouwde mening op. 
Hoe? Nieuwe groepen van 2 of 3 personen. 
Hoelang? Ongeveer 15 minuten. Daarna klassikaal bespreken. 
Klaar? Roep de docent
Hulp? Steek je vinger omhoog. 

Slide 9 - Diapositive

Nadat ze dit gedaan heb bespreek je meteen in 10 minuten de antwoorden klassikaal na met ze. Hierbij moeten deze leerdoelen uit de verf komen:  De leerling kan na deze les twee alternatieven noemen op geld lenen.
 De leerling kan na deze les een onderbouwde argumentatie geven op de vraag of ze zouden gaan lenen of niet.

Leg onderbouwd uit of jij zou lenen of niet. Zo ja: waarvoor?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Structuur

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Materiaal

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions