Grip op geld

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1,2

Grip op geld

Leerdoelen

1. Je leert dat tijd en geld niet oneindig is.

2. Je leert keuzes maken over het omgaan met geld.

3. Je leert welk geldtype jij bent en welke kenmerken hierbij horen.

Planning

1. Samen praten over geld d.m.v. vragen en stellingen

2. Welk geldtype ben je?

3. Kenmerk geldtypes bespreken.

Stelling 1

Geld is niet belangrijk, het is niet erg als je €5 schuld hebt

Stelling 2

Beter met de bus (€4,00 per dag) naar school dan met de fiets van Eygelshoven naar school.

Stelling 3

Het is normaal dat je iedere dag een broodje koopt bij de catering voor €4,00. In plaats van het meenemen van een belegde boterham van thuis.

Stelling 4

Ik heb liever de nieuwste telefoon, dan dat ik spaargeld heb.

Stelling 5

Geld uitgeven dat je even niet hebt is gevaarlijk 

(bijv. lenen bij je vrienden)

Geldtype test

De 4 verschillende geld types:

A. Rekenmaster 

B. Superspaarder

C. Big Spender

D. Geld-chaoot

Superspaarder

Het liefste zou jij alles willen sparen en zo weinig mogelijk willen uitgeven. Je gaat dus altijd op zoek naar koopjes. Je hebt ook precies in de gaten hoeveel spaargeld je hebt.

Welke tips kan een superspaarder geven aan andere die niet zo goed sparen?

Rekenmaster

Je weet precies hoe je het geld moet uitgeven, als je eens een dure aanschaf hebt gehad dan doe je erna even rustig aan.

Big - Spender

Je vindt het belangrijk dat je er goed uitziet. Je geeft graag geld uit aan je uiterlijk. Je wilt dan ook graag een baan die goed verdient. Sparen ben je dus minder goed in...

 

Geld-Chaoot

Je geeft graag geld uit, maar hebt geen idee hoeveel geld je nog hebt.

Welke tips kunnen wij geven aan een Geld -Chaoot?

Afsluiting

Wat hebben jullie geleerd?

Leerdoelen

1. Je leert dat tijd en geld niet oneindig is.

2. Je leert keuzes maken over het omgaan met geld.

3. Je leert welk geldtype jij bent en welke kenmerken hierbij horen.