Klas 3A maandag 11 okt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Lezen H 2

Programma

Woorden van de week +/- 5 min

Herhaling theorie leesvaardigheid H 1 +/- 2 min

Theorie leesvaardigheid H2 +/- 3 min

Samen oefenen +/-  10 min

Zelfstandig werken +/- 30

Reflectie +/- 5 min

DOEL

- je kunt het doel van een tekst herkennen

- je kunt bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is

Woorden van de week (week41)

Functie

Hoofdgedachte

Informeren

Introduceren

Informeren

Dingen vertellen waardoor je meer over iets te weten komt

Het doel van de tekst is informatie geven

- artikel

Introduceren

Voorstellen

In de inleiding van de tekst wordt een deskundige  geïntroduceerd. 

- in de inleiding komt dan een naam terug van een expert.

Functie

Waarvoor is iets bedoeld

Welke functies heeft de slotalinea?

bv: conclusie + samenvatting of toekomstverwachting + voorbeeld

Een functie is de taak die iemand uitoefent of de werking van iets. Het gaat hierbij dus zowel om de functie van personen als van gebruiksvoorwerpen

Hoofdgedachte van een tekst

Het belangrijkste van een tekst kan 

in één zin samengevat worden = 

de hoofdgedachte

Let op: Het is nooit een vraag!

Hoofdzaken

Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.

Bijzaken

Minder belangrijke informatie, maken de hoofdzaken duidelijker.

• voorbeeld
• herhaling
• uitleg

Theorie H2 Lezen

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken. De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel. 

Er zijn veel verschillende tekstdoelen. Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. Aan het onderwerp, de bron, de lay-out en het taalgebruik kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.

Lees de tekst

Wat is de bron van de tekst?

Voor wie is deze tekst geschreven?

1. jongeren
2. volwassenen

Wat is het doel van deze tekst?

1. mening geven
2. informeren
3. instrueren
4. amuseren

DOEL van een tekst

- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL

DOEL:

Informeren

De schrijver wil dat je iets te weten komt

DOEL:

Overtuigen

De schrijver wil zijn mening geven

DOEL:

Waarschuwen

De schrijver wil dat je iets NIET doet

DOEL:

Activeren

De schrijver wil dat je iets WEL gaat doen

DOEL:

Instrueren

De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen

DOEL:

Adviseren

De schrijver wil je raad geven

DOEL:

Amuseren

De schrijver wil je vermaken

PUBLIEK van een tekst

- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK

PUBLIEK van een tekst

Voor welk publiek een tekst bedoeld is,

zie je aan:

- het onderwerp

- het taalgebruik

- de bron

Lees de tekst oriënterend.

 Je kijkt wat het onderwerp van de tekst is, je kijkt wie de schrijver is, je bekijkt de titel en eventuele plaatjes.

Wat is de bron van de tekst?

Voor welk publiek is deze tekst geschikt?

1. Voor jongeren van 10-12 jaar
2. Voor jongeren van 14-16 jaar
3. Voor volwassen
4. Voor mensen die van surfen houden

Hoe wordt de lezer aangesproken?

1. Met 'je'
2. Met 'u'

In Lacanau Océan is van alles te doen. Wat wordt er opgesomd?

Instructie

Wat: maken opdracht 2 blz ....

Hoe: individueel

Tijd: +/- 15 min

Klaar: 

Opbrengst: klassikaal bespreken

GELEERD?

- je kunt het doel van een tekst herkennen

- je kunt bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is

Noteer op een post-it een vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.