3 havo Lezen hfst. 6 functiewoorden
1 / 13
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Startopdracht: maak foto's van je huiswerk (opdr. 2 en 4 + eventueel een samenvatting) en upload ze HIER:
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Wat is een functiewoord?
A
Dit zegt iets over een verband in de tekst
B
Een woord dat in de tekst staat
C
Het woord zegt iets over de functie van tekstdeel
Slide 8 - Quiz
Wat doen functiewoorden?
A
Die geven aan wat een schrijver wil doen met een alinea.
B
Die geven aan wat de betekenis is van de alinea.
C
Die geven aan wat de schrijver bedoelt.
D
Die geven aan waar je belangrijke informatie kan vinden.
Slide 9 - Quiz
Welk woord is een functiewoord?
A
tenzij
B
dat blijkt uit
C
weerlegging
D
daarentegen
Slide 10 - Quiz
Functiewoorden.
Wat is een verklaring?
Wat is een verklaring?
A
Een omschrijving van een probleem.
B
Een goede raad.
C
Een reactie op een bepaalde mening.
D
Een uitleg van een verschijnsel of situatie.
Slide 11 - Quiz
Wat is het verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
Een functiewoord geeft een verband aan, een signaalwoord niet.
B
Een functiewoord staat niet altijd in de tekst, een signaalwoord wel.
C
Er is geen verschil.
D
Er zijn minder functiewoorden dan signaalwoorden.
