economie en maatschappij 1.5

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

deze les:

• herhaling van de marktwerking
  
• uitleg van het prisoner's dilemma
• quizizz over paragraaf 1.4
• vragen over het huiswerk
• werken aan de opgaven van 1.5

toename van de vraag

• als de vraag toeneemt, bijvoorbeeld  doordat er meer kopers komen, zie je hiernaast dat er bij de prijs van €40 nu geen 200 vragers, maar 400 vragers zijn.
  
• Er is dan een vraagoverschot.
  
• Gevolg is dat het product schaars wordt, de prijs zal gaan stijgen. Hierdoor komen er meer aanbieders van het product.
  
• Uiteindelijk wordt er een nieuw marktevenwicht bereikt (bij €50 is de gevraagde en aangeboden hoeveelheid 300).
  

toename van het aanbod

• er wordt bij de oude prijs meer aangeboden
  
• er is dus een aanbodoverschot
• het product wordt minder schaars, dus de prijs zal gaan dalen
• doordat de prijs daalt, zal de vraag ook toenemen totdat..
• er een nieuw marktevenwicht ontstaat.

Wat zijn de gevolgen van jouw consumpties?

Gevolgen van de consumptie die niet in de prijs van een product worden meegenomen maar wel de welvaart van andere beïnvloeden noemen we externe effecten. 

Positieve externe effecten

Negatieve externe effecten

stel je de volgende situatie voor:

Tijdens de laatste repetitie economie heb je samen met je buurman bij elkaar afgekeken.

Je docent heeft geen bewijs, maar wel een zwaar vermoeden dat dit is gebeurd.

Je docent laat jullie één voor één bij zich komen, jullie kunnen tussendoor niet met elkaar overleggen. De docent stelt het volgende voor:

Je kiest zelf of je bekent of ontkent:

 als jullie alletwee ontkennen krijgen jullie alletwee 1 punt aftrek.

 als jullie alletwee bekennen krijgen jullie alletwee 2 punten aftrek

 als de één bekent en de ander niet zal degene die eerlijk heeft toegegeven als beloning geen aftrek krijgen. Degene die ontkent krijgt 4 punten aftrek.

wat doe je??

een prisoners dilemma in de praktijk

de uitkomst in een "opbrengsten matrix"

prisoners dilemma:

Dit is het probleem waarbij twee partijen in hun eigen belang een keuze maken die voor beide partijen niet het beste resultaat oplevert.

De beste oplossing is niet de oplossing waarbij je je eigen belang voorop stelt. De kans dat iedere partij voor zijn eigen belang gaat is groot maar als je samenwerkt, bereik je altijd meer. Hoe groter het vertrouwen in elkaar, hoe groter de kans op een goede samenwerking, hoe groter de kans op het beste resultaat voor beide partijen.

Huiswerk 

Maken de opdrachten van paragraaf 1.5:

opgave 1.21 t/m 1.23