§10 - Voltooid en onvoltooid deelwoord

Voltooid en onvoltooid deelwoord

1VWO en 1HAVO
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Voltooid en onvoltooid deelwoord

1VWO en 1HAVO

Slide 1 - Diapositive

Het voltooid deelwoord (vd) geeft vaak aan dat een handeling is afgerond (= voltooid). Het voltooid deelwoord maakt meestal deel uit van het gezegde. Er staat dan altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden:

Slide 2 - Diapositive

– In de maand september heeft het meer geregend dan in augustus.
– Mijn nieuwe shirts waren in de was behoorlijk gekrompen.
– In deze vijver wordt alleen gevist door leden van de visvereniging.

Slide 3 - Diapositive

Het onvoltooid deelwoord (od) geeft aan dat een handeling aan de gang is (= onvoltooid).

– Gezellig kletsend kwamen de leerlingen het lokaal binnen.
– Het gestruikelde meisje zat huilend haar pijnlijke knie te bekijken.

Slide 4 - Diapositive

Zo schrijf je het voltooid deelwoord en het onvoltooid deelwoord:

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt meestal op en.

– Bij een val heeft de wielrenner zijn sleutelbeen gebroken (breken).

Slide 5 - Diapositive

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op d of t. De juiste letter bepaal je net als in de verleden tijd met ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p. Kijk naar de letter die in de infinitief (het hele werkwoord) voor de uitgang en staat:
 
– verrassen → pvvt: verraste → Merle heeft haar moeder verrast met een bloemetje.
– verven → pvvt: verfde → De schilder heeft de achterdeur donkerrood geverfd.

Slide 6 - Diapositive

Het onvoltooid deelwoord spel je als infinitief + d: lachen + d → lachend

Slide 7 - Diapositive

Met zijn arrogante houding heeft Benjamin zijn vrienden verbaast / verbaasd.
A
verbaast
B
verbaasd

Slide 8 - Quiz

Kasim had zich opgedoft / opgedofd voor het brugklasfeest.
A
opgedoft
B
opgedofd

Slide 9 - Quiz

De docent heeft het werkstuk van Daan opnieuw beoordeelt / beoordeeld.
A
beoordeelt
B
beoordeeld

Slide 10 - Quiz

Door wie worden de planten in de vakantie verzorgt / verzorgd?
A
verzorgt
B
verzorgd

Slide 11 - Quiz

Tijdens het concert van Maan heeft Roxy urenlang gedanst / gedansd.
A
gedanst
B
gedansd

Slide 12 - Quiz

Met haar krantenwijk heeft Sabine een aardig zakcentje verdient / verdiend.
A
verdient
B
verdiend

Slide 13 - Quiz

Ga nu naar de software van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die ik heb klaargezet in de 'planning'.

Slide 14 - Diapositive