Klas 2 - Chapitre 3 - D

Aujourd'hui
Vocabulaire A et B
Répéter les phrases-clés
Grammaire: aanwijzend vnw

Les buts: 
- je kunt een gesprek voeren in de kledingwinkel
- je weet hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui
Vocabulaire A et B
Répéter les phrases-clés
Grammaire: aanwijzend vnw

Les buts: 
- je kunt een gesprek voeren in de kledingwinkel
- je weet hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt

Slide 1 - Diapositive

Phrases-Clés
- Je hebt een nieuw T-shirt nodig.
- Je wilt op vrijdag naar de stad.
- Je bent kieskeurig: je wilt geen blauw t-shirt.
- Je budget is max. 30 euro.
- Je maat is M.
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Aanwijzend voornaamwoord
Straks weet je:
- wat een aanwijzend voornaamwoord in het NL & FR is
- hoe je het aanwijzend voornaamwoord gebruikt in het FR 
- wat de woordjes ce / cet / cette / ces betekenen

Slide 3 - Diapositive

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Een aanwijzend voornaamwoord vertelt zelf eigenlijk al wat het doet. 
Je gebruikt het wanneer je iets aanwijst. Dus bijvoorbeeld:
Dat meisje heeft een mooie tekening gemaakt.
                            Dat = aanwijzend vnw

Slide 4 - Diapositive

Wat is een aanwijzend voornaamwoord in het Nederlands?
A
de / het / een
B
mijn / jouw / onze / zijn
C
voor / na / tijdens / tegelijk
D
dit / dat / die / deze

Slide 5 - Quiz

Wat zou een aanwijzend voornaamwoord dan in het Frans zijn?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 6 - Quiz

In het Frans..
Je hebt verschillende vormen van het aanwijzend voornaamwoord in het Frans. Namelijk:






Om te weten welke vorm je moet gebruiken, kijk je naar het woord het aanwijzend vnw. Als dat woord vrouwelijk is, gebruik je de vrouwelijke vorm van het aanwijzend vnw, etc

Slide 7 - Diapositive

Het aanwijzend voornaamwoord
Kijk naar het woord ACHTER het aanwijzend voornaamwoord
Meervoud?                               CES
Ces garçons ont beaucoup de devoirs.
Vrouwelijk?                               CETTE
Cette salade est délicieuse.
Mannelijk met klinker / h?   CET
Cet hôtel est fermé.
Mannelijk?                                  CE
Ce garçon travaille bien!


Slide 8 - Diapositive

_____ livre [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 9 - Quiz

______agenda [mannelijk]
A
cette
B
ces
C
ce
D
cet

Slide 10 - Quiz

____ femme [vrouwelijk]
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 11 - Quiz

sleep de woorden naar het juiste aanwijzend vnw 
ce
cet
cette
ces
épinards
table (v)
chaise (v)
homme (m)
stylo (m)
devoirs
journaux

Slide 12 - Question de remorquage

________ filles [vrouwelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 13 - Quiz

________ dame (v)
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 14 - Quiz

___ garçons
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 15 - Quiz

___ chanteuses
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 16 - Quiz

_______ billet [mannelijk]
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 17 - Quiz

______ journaux
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 18 - Quiz

________ magazine (m)
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 19 - Quiz

______ salade (v)
A
cet
B
ce
C
ces
D
cette

Slide 20 - Quiz

_____ acteur [mannelijk]
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 21 - Quiz

______ soirée [vrouwelijk]
A
cette
B
cet
C
ce
D
ces

Slide 22 - Quiz

_______ émission (v)
A
cet
B
cette
C
ces
D
ce

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Lien

Doel: Ik kan een gesprekje voeren in de kledingwinkel
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Doel: ik kan het aanwijzend voornaamwoord gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Ik heb nog een vraag over:

Slide 27 - Question ouverte