Sano como una manzana - clase 2 - complemento indirecto

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Programa de hoy

1. Corregir los deberes

2. El complemento indirecto

3. Repasar vocabulario del cuerpo

Diferencia entre "sano" y "saludable"

El verbo gustar: escribe las formas en presente

(a mí)	me	duele/duelen
(a ti)	te	duele/duelen
(a él/ella/usted)	le	duele/duelen
(a nosotros)	nos	duele/duelen
(a vosotros)	os	duele/duelen
(a ellos/ellas/ustedes)	les	duele/duelen

wie heeft er pijn?

Wat doet pijn?

Het meewerkend voorwerp moet er bij.

Het meewerkend voorwerp staat direct voor de persoonsvorm

• ¿Me das un vaso de agua?
• No me gustan las patatas fritas.
• Mis padres me han regalado un libro.

Het lijkt (parecer) me een goed idee

(De) talen interesseren ons

Het meewerkend voorwerp komt direct achter...

Een heel werkwoord:

• Voy a comprarte un regalo (of: te voy a comprar un regalo)

Een gebiedende wijs:

• ¡Dale el vaso! ¡Cómprame el libro!

Leg ons de grammatica uit! (explicar)

¡A trabajar!