Les 15 december 2022 Discussiëren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Deze les

Deze les gaat over discussiëren.
Je leert wat discussiëren is en hoe je dit moet doen.

Wat weet jij al over discussiëren?

Beantwoord de volgende meerkeuze vragen.
Klik om door te gaan.

Je spreekdoel bij discussiëren is dat je de ander wilt:

1. amuseren
2. informeren
3. overtuigen
4. activeren

Wat is het belangrijkste doel van een discussie tijdens een werkoverleg?

1. Medewerkers kunnen dan hun frustraties kwijt.
2. Medewerkers kunnen in een discussie laten zien welke medewerker altijd gelijk heeft.
3. Medewerkers proberen samen tot een oplossing voor een probleem te komen.
4. Medewerkers voelen zich gewaardeerd als ze af en toe hun mening mogen zeggen.

Welke zin is in een werkoverleg bedoeld om er samen tot een goede oplossing te komen?

1. Als jullie dit echt gaan doen, dan zoeken jullie het zelf maar uit. Ik doe het dan niet meer.
2. Is het een idee om eerst de taken te verdelen en daarna een planning te maken?
3. Ik vind het prima om te overleggen, maar ik heb alleen volgende week dinsdag daar een kwartier de tijd voor.
4. Vic, jij moet de inventarisatie doen.

Welke 2 vragen houd je constant in gedachten tijdens een discussie?

1. Welke mening heeft de ander precies?
2. Laat ik OMA wel thuis?
3. Welke argumenten gebruiken ze daarvoor?
4. Gebruikt de ander wel LSD?

In een discussie kan niet iedereen zijn zin krijgen.
Er wordt dan gezocht naar een middenweg:
van iedere oplossing wordt een beetje meegenomen in de beslissing.
Hoe noemen we dat?

1. besluit
2. compromis
3. akkoord
4. samenvatting

Feiten zijn altijd waar.
Je kunt ze op waarheid of onwaarheid controleren.

1. waar
2. niet waar

Meningen kun je ook controleren op waarheid.

1. waar
2. niet waar

Met een feit kun je het eens of oneens zijn.

1. waar
2. niet waar

In een discussie heb je altijd maar één mening. Dit wordt ook wel standpunt genoemd.

1. waar
2. niet waar

Om anderen te overtuigen moet je argumenten gebruiken.
Argumenten zijn altijd feiten.

1. waar
2. niet waar

Je kunt feitelijke argumenten gebruiken en waarderende argumenten. Waarderende argumenten hebben te maken met jouw mening en die van anderen.

1. waar
2. niet waar

Een sterk argument overtuigt bijna iedereen. Maar vaak worden er ook zwakke argumenten gegeven. Welke argumenten zullen anderen niet snel overtuigen?

1. Als er één keer iets gebeurd is, zeggen dat dit altijd gebeurt.
2. Argument geven die op waarheid te controleren is.
3. Maar twee keuzes geven, terwijl er eigenlijk nog veel meer mogelijk is.
4. Zeggen dat iemand het met jou eens is, die wel bekend is, maar niet deskundig is op het onderwerp van jouw argument.

Een discussie is sterk als je 3 argumenten
vóór je standpunt hebt,
1 tegenargument kent
en deze kunt weerleggen (minder tot niet belangrijk maken).

1. waar
2. niet waar

De LSD-techniek kun je ook goed gebruiken tijdens het discussiëren.

1. waar
2. niet waar

Lees deze tekst

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Wat weet jij al over dit onderwerp?

Wat betekent 'onafwendbaar'?

1. gevaarlijk
2. niet te voorkomen
3. verdacht

Wat betekent 'draagvlak' (alinea 1)?

1. gevolg
2. verkoop
3. steun

Wat betekent 'illegale' (alinea 3)?

1. ongeschikte
2. onveilige
3. onwettige

Wat is de bedoeling van de schrijver van deze tekst?

De laatste zin van alinea 1 begint met het woord 'daardoor'. Welk woord had de schrijver hier ook voor kunnen gebruiken.

1. omdat
2. daarom
3. want

In alinea 2 wordt gesproken over 'vuurwerkvandalen' door Cees Meijer. Wie bedoelt hij hiermee?

Waarom staat 'vuurwerkvandalen' tussen aanhalingstekens?

1. De schrijver wil laten zien dat Cees Meijer het vuurwerkvandalen vindt.
2. De schrijver vindt het belangrijk te benadrukken dat om vuurwerkvandalen gaat.
3. De schrijver betwijfelt of er daadwerkelijk sprake is van vuurwerkvandalen.

In alinea 4 staat dat Cees Meijer vindt dat het vuurwerkverbod onafwendbaar is. Hoe sluit alinea 5 hierop aan?

Van wie is de mening uit de titel?

Met welke twee argumenten ondersteunt deze persoon zijn mening?
Kies uit:

1. Het zware vuurwerk zorgt voor toenemende ellende en het draagvalk voor het afsteken van vuurwerk brokkelt af in de samenleving.
2. Nederland maakt zelf een eind aan de traditie, en het vuurwerk wordt steeds zwaarder met alle gevolgen van dien.
3. Zwaar vuurwerk wordt verspreid door criminele organisaties en zorgt voor toenemende ellende.

Waar komt het illegale vuurwerk vooral vandaan?

Noteer een woord uit de tekst waaruit blijkt dat Meijer echt woedend is op illegale vuurwerkhandelaren.

Waarom willen oogartsen dat consumentenvuurwerk verboden wordt?

Welk argument heeft minister Guusje ter Horst om consumentenvuurwerk niet te verbieden?

Klopt dit argument volgens David Rietveld en Cees Meijer?

Wat vindt de schrijver zelf van het vuurwerkverbod?

Wat is de belangrijkste boodschap (hoofdgedachte) van deze tekst?

LSD kun je ook zien als Lezen, Samenvatten, Doorvragen en Doorlezen.

1. waar
2. niet waar