Spreken 4.2 Discussiëren en debatteren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,2

Groepsgesprekken:
vergadering, werkoverleg, discussie, debat

Planning les

SPRE 4.2
Discussiëren en debatteren

Leerdoel
Je kunt een bepaald doel behalen als je deelneemt aan een discussie of een debat.

Wat is eigenlijk het verschil tussen een discussie en een debat?

Debat

Een debat is een woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling. Bijvoorbeeld: "de leerplicht moet naar 15 jaar". 

Deelnemers aan een debat bereiden zich voor door zich te documenteren over het onderwerp. Ook zetten ze argumenten voor en tegen op een rij. Een jury of het publiek bepaalt wie het debat gewonnen heeft.

Het doel is dus anderen overtuigen van een mening / standpunt.

Discussie

Bij een discussie gaat het niet om het krijgen van gelijk, maar om te kijken naar wat het probleem is, wat oorzaken kunnen zijn en wat er voor oplossingen mogelijk zijn.

Het doel is om begrip te krijgen voor elkaars standpunt en samen tot een oplossing te komen.

Verschillende fases in een discussie

1. Beeldvorming: vaststellen wat precies de vraag of het probleem is.
   
   
   
2. Inventariseren: alle meningen en ideeën over de oplossing bespreken.
   
   
   
3. Reageren: elkaar doorvragen over mening, oplossingen en argumenten.
   
   
   
4. Besluiten: afsluiten met een conclusie of oplossing. Zorg dat je de gemaakte afspraken opschrijft!

Aan de slag!

Ga in Nu Nederlands online naar Spre 4.2 - opdracht 4

• Bereid een discussie voor over het onderwerp 'Waar moet een ideale stageplaats voor jouw opleiding aan voldoen?' Verzamel informatie over het onderwerp.
  
  
• Maak vraag 1 t/m  4 van opdracht 4.

Wat vind jij de belangrijkste voorwaarde voor een ideale stageplaats?

Discussiëren

Ga in Nu Nederlands online naar Spre 4.2 - examenopdracht

• Voer de opdracht uit met je groepje.
  
  
• Denk aan de vier fases van een discussie/groepsgesprek
   Beeldvorming  >  inventariseren  >  reageren  >  besluiten
  
  
• Zorg voor een notulist die jullie top 5  aan stagevoorwaarden noteert.

Vul per groepje vult jullie lijst met vijf voorwaarden in.

Wat ging er in jullie groepje goed bij het voeren van de discussie?

Wat zou er in jullie groepje beter kunnen bij het voeren van de discussie?