Betoog! Argument, AUB

Wat is ook alweer een argument?
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is ook alweer een argument?

Slide 1 - Question ouverte

Argument

Een argument is een reden. Een uitleg waarmee je een mening verdedigt.


Bijvoorbeeld:
Ik ga niet naar buiten, want het regent
Omdat hij gisteren ziek was, heeft hij geen huiswerk gemaakt. 

Slide 2 - Diapositive

Welke signaalwoorden passen bij een argument?

Slide 3 - Question ouverte

Signaalwoorden bij een argument

- omdat, daarom, dus, om die reden
- doordat, daardoor, waardoor, zodat
- met het doel dat, om te, opdat, teneinde, waartoe
- want, namelijk, immers
- zodat, met het gevolg dat




Slide 4 - Diapositive

Waar staat AUB voor als we het hebben over argumenten?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe maak je een sterk argument?

AUB:

Argument
Uitleg
Bijvoorbeeld





Slide 6 - Diapositive

AUB

Stelling: Op iedere school moet een dokter rondlopen.

Argument van de voorstanders:
A: Wij zijn voor de stelling dat op iedere school een dokter moet rondlopen, want dat is een veilig idee.
U: Doordat er altijd een dokter aanwezig is, kan er snel ingegrepen worden als er iets met je gebeurt.
B: Stel, je komt op school en je struikelt over de schooltas van je vriendin, waardoor je achterover valt en een gat in je hoofd hebt. Dan is het toch geweldig als er iemand in de buurt is die je goed kan helpen?

Slide 7 - Diapositive

AUB

Stelling: Op iedere school moet een dokter rondlopen.

Argument van de tegenstanders:
A: Wij zijn tegen de stelling dat op iedere school een dokter rond zou moeten lopen, want dat zou onnodig veel geld kosten.
U: Het salaris van een dokter begint bij 6000 euro in de maand, daar kan een school heel veel andere dingen van doen.
B: Als je uitglijdt en je been breekt, kun je gewoon een ambulance bellen en die is binnen vijf minuten bij je, dus dat geld voor een eigen dokter kun je beter aan iets anders besteden.

Slide 8 - Diapositive

Nu jij!


Stelling: 
Het afsteken van vuurwerk moet worden verboden.

Jij bent voor de stelling.

Maak een goed argument met behulp van AUB.
timer
3:00

Slide 9 - Diapositive

Nog eentje:

Stelling:
Alle kinderen moeten verplicht naar een zomerschool.

Je bent voor de stelling.

Maak een goed argument met behulp van AUB.
timer
3:00

Slide 10 - Diapositive