Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Thema 3:
Ordening
Basisstof 3: Planten
vmbo-t/havo
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Herhaling
uitleg basisstof 4
werktijd & huiswerk check
afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Welke hoofdgroepen zijn er?
Slide 3 - Question ouverte
welke rijken zijn er?
Slide 4 - Question ouverte
Welke soorten skeletten zijn er?
Slide 5 - Question ouverte
welke 6 stammen dieren zijn er?
Slide 6 - Question ouverte
Welke hoofdgroep heeft geen celkern?
Slide 7 - Question ouverte
Leerdoelen
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.
Slide 8 - Diapositive
Indeling van planten
we gaan vandaag kijken naar de volgende stammen:
Vaatplanten
Groenwieren
Slide 9 - Diapositive
Vaatplanten
De meeste planten die je kent, behoren tot de stam van de vaatplanten. Dat zijn planten die vaten hebben voor het transport van stoffen. Vaatplanten planten zich voort door zaden of sporen
Slide 10 - Diapositive
Zaadplanten
Hebben bloemen voor voortplanting. Uit de bloemen ontstaan vruchten en deze hebben zaden waaruit nieuwe planten groeien.
Slide 11 - Diapositive
Zaadplanten
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Sporenplanten
Sporenplanten hebben geen bloemen, zij planten zich voort met sporen. Een spore is een cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan.
Slide 14 - Diapositive
Sporenplanten
Bij mossen ontstaan sporen in sporendoosjes.
Slide 15 - Diapositive
Sporenplanten
Bij varens ontstaan de sporen aan de onderkant van de bladeren, er ontstaan dan sporenhoopjes.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Wieren
Wieren noemen we ook wel algen, ze leven vaak in een omgeving met veel water of in het water. Wieren hebben geen vaten, ze halen alles wat ze nodig hebben uit het water waarin ze leven.
Slide 18 - Diapositive
Wieren
Omdat wieren geen bladeren, bloemen of sporen hebben planten ze zich anders voort. Meestal doen ze dit door deling. Groenwieren zijn eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels.